Paul, - mogelijk niet goed na te gaan hoe [consequent?] die aantekeningen in de Begraafboeken destijds werden bijgehouden.
Het volgende over Collaterale successie [onder heading van 'Belasting voor 1795' in Brabanders Gezocht]:
'.. Bij vererving moest over vaste goederen de twintigste penning (5%) worden betaald. Deze vaste goederen waren niet alleen grond, huizen, en dergelijke, maar ook tienden, erfpachten, cijnsen en hypotheken.' ..
'Om te kunnen bepalen of na een sterfgeval overgegaan kon worden tot het opleggen van de collaterale successie, moesten kosters maandelijks lijsten van overledenen aan de schepenbank geven. Daarnaast moesten erfgenamen zelf aangiften doen bij de ontvanger en bij de secretaris van de schepenbank. Op de lijsten van de koster staan de overledene vermeld en of de overledene ouders, kinderen of kleinkinderen naliet. Dit kan zeer summier zijn als er toch geen heffing mogelijk was, bijv. 'kind van Jan Jansen, laat ouders na'. Ook als de overledene geen echtgenoot of kinderen naliet en er geen goederen waren om te belasten, werd dat vermeld. Ook dit gebeurde zeer summier, bijv. onder vermelding 'leeft van de armen'. De goederen van de overledenen die in aanmerking kwamen voor de collaterale successie werden getaxeerd door de schepenen. De secretaris stelde een taxatierapport op dat met de lijst van de koster naar de ontvanger ging.' enz.