Hij blijft zich daar wel goed verschansen :-) ...en er zijn heel wat akten in Willemstad en in Fijnaart om door te gaan. Mogelijk komt hij er zelfs helemaal niet in voor? Blijft me toch ergens ook bezig houden.

Zou hij soms nog een eerdere keer gehuwd zijn geweest? Met wie kreeg hij zoon Aart? Naar wie zou dochter Aeltgen vernoemd zijn geweest? Waarom pas een jongste zoon die Hendrik werd genoemd...[ of was vernoemen soms niet gebruikelijk in dit gezin? ] De eerdere echtgenote Machteltgen werd ook niet vernoemd in de kinderen van volgend huwelijk?

Jacob Heyndricxssen Schapman werd in de dtb-registers alleen bij huwelijk met de naam Schapman erbij genoteerd. Bij dopen van de kinderen zie je met patroniem of met 'van Loo/Loen/Loon'. Meestal Loo. (toponymische naam?). Ook bij volgende huwelijk van Nelleke Jacobs in jan 1662 staat zij als weduwe van 'Jacob van Loo'.

Allemaal heel hartelijk dank voor jullie bijdrage. Ik heb weer wat nieuws geleerd!
Het is maar de vraag of die ronduijt in Stampersgat net zo mooi was als de citadel in Den Bosch.

Een reduit is een zelfstandig verdedigbaar werk binnen een fort, en dient om de verdediging na de val van de hoofdwal te kunnen voortzetten. Een reduit was vaak een versterkt gebouw, waar langdurige aanvallen konden worden uitgezeten of beantwoord. Een citadel is een voorbeeld van een reduit.

Reduit betekent gereduceerd, dat wat overgebleven is. Het is dus eigenlijk de laatste verdedigingslinie waar de soldaten zich nog konden verschansen, als alle andere verdedigingswerken al ingenomen waren.

Het is soms verbasterd tot ronduit.

bron: wikipedia

Dat is in dit geval een fort.

Stoutersgat is andere naam voor Stampersgat, ligt bij Fijnaart en was 'de Ronduijt' waarschijnlijk een fort, kun je even navragen bij;

https://westbrabantsarchief.nl/

Catharina en Pieter Schaapman heb ik niet kunnen vinden. Mogelijk gingen ze verder door het leven onder een patroniem. Dat wordt zoeken naar een speld in een hooiberg.

13-7-1664 Willemstad: ondertrouw Aart Jacobsen van Loo, soldaat onder de compagnie wijlen d'Heer van den Mijle, en Trijntje Bartelmeeus. Trouwen 3-8-1664 in den Fijnaart. Aart komt ook voor onder de naam Schaapman. Dat lijkt me een zoon van Jacob Hendrik. Doopakte niet gevonden.
Dochter Maria/Maeijken uit het eerste huwelijk trouwt ook met een soldaat.

Kinderen uit het tweede huwelijk met Nelleke Jacobs gedoopt in Fijnaart op 1-1- 1645, 4-8-1647, 21-11-1649 en 10-9-1656.
Op 22-1-1646 werd er in Fijnaart een Jacobus Jacob Hendrijcks gedoopt, moeder NN. Vader is commandeur op de Ronduijt(?) van Stoutersgat. Het is niet duidelijk of deze Jacob bij hetzelfde gezin hoort, omdat er in die periode nog een Jacob Hendriks kinderen liet dopen in Fijnaart. De naam van het kind, Jacob, zou natuurlijk een vernoeming kunnen zijn naar grootvader van moederskant.
Het kind uit 1656 heet Henrick. De andere kinderen uit het tweede huwelijk waren meisjes.

Weet iemand wat een Ronduijt is?

Dank je wel, Helena. Ik heb gezocht naar zijn eerste huwelijk, maar heb het nog niet gevonden. Ik ga met jouw aanwijzingen aan de slag!

Mogelijk zocht de gouveneur van Willemstad zijn soldaten voornamelijk uit zijn eigen rechtsgebied? Al bladerend door de akten van de schepenbank van Willemstad van eerste helft 17e eeuw kom je - naast anderen - ook af en toe wel soldaten tegen die onder de compagnie van de gouveneur waren. Ten tijde van de geboorten van zijn kinderen uit eerder huwelijk van Jacob Schapman (geh. in of voor 1637?) was de gouverneur >> Adriaen van der Mijle, heer van De Mijl, Dubbeldam, Backum, Alblas, Bleskensgraaf en Sint-Anthoniepolder en gouverneur van Willemstad, Niervaart en mogelijk nog enz. enz. Deze was toen gehuwd met Agatha van Raephorst Vrouwe van Bleskensgraaf etc. [ Op 18 maart 1640 , bij de doop van Agatha de (2e?) dochter van Jacob Heijndrick van Loo, was o.a. deze (Me)Vrouw van der Mijle doopgetuige. ]

Zoeken naar een plaats van herkomst en of de doop van Jacob Heijndricksen terwijl je bijv. zijn 1e huwelijk ook nog niet gevonden hebt (of wel soms?)..wel moeilijk.

Enig idee wie Pieter Schaapman en Catharina Schaapman, de doopgetuigen bij doop in 1649 in Fijnaart, zouden kunnen zijn?