Volgende info te vinden bij Amsterdam Stadsarchief, maar vind je wel bij meer archiefinstellingen:
Voorschriften voor het bijhouden van doop- en trouwregisters zijn tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) vastgesteld. Over het bijhouden van begraafregisters heeft het Concilie geen uitspraak gedaan. Voor wat betreft de registratie zijn weinig voorschriften bekend. In het algemeen geldt dat de gravenmakers, die door de stedelijke overheid aangesteld werden, de registers bijhielden. Hierin legden zij rekening en verantwoording af aan de kerkmeesters over de hen toekomende gelden, namelijk het recht van de kerk. Hierdoor zijn deze registers vooral financieel van aard.
- waarom de koster geen namen bij begraven kinderen schreef...?
De ene koster wel, de ander niet... Een begraafregister in die dagen was een soort 'boekhouding' (pro deo, alles betalen, klokken luiden, gebruik baar, huur begraafkleed enz.).
- Begraafregisters bijhouden was niet uitdrukkelijk verplicht. [ Concilie van Trente ]
- 'een kind van..' zal gaan over een jong kind, mogelijk een zeer jong kind, maar kan ook kind van zeven of tien of mogelijk nog wel twaalf zijn. Waren ze wat ouder dan zag je al meer en meer dat zoon of dochter genoteerd werd met naam en patroniem van de vader, of soms alleen als zoon of dochter van... e.d.
- in sommige plaatsen hield de koster een apart kinderbegraafregister aan, maar ook daarin meestal summiere gegevens.
- 1740 - Zeer strenge en langdurende winter 1740-1741. Soms noteerde een pastoor wel eens wat in de doopboeken. Zo'n notering vind je bijv in het Doopregister van Nuland, in de marges van het jaar 1740-1741 - zie scans 73 en scan 75 van 389.
https://www.bhic.nl/memorix/genealogy/search/deeds/0184958a-628e-42db-8cb1-02a8b1777d92