Notaris Petrus Polslauwer de Buschoducis en notaris Daniel de Oerscot, clerici van Luik, instrumenteren dat in aanwezigheid van Johannes geheten de Eelaer namens de ene partij en Johannes geheten Waerloes, Lambertus geheten Bolaert en Theodericus, zoon van Egidius Sartor de Berse, namens de andere partij wegens hun geschil over de goederen van Ellaer arbiters aanwezen werden, namelijk door Johannes de Ellaer de arbiters heer Ghiselbertus de Palude, investiet van Heerscafen, priester, en Luppertus de Hapart, zoon van Godefridus geheten Bierkens, en door Johannes Waerloes, Lambertus Boelart en Theodericus, zoon van Egidius Sartor de Berse, de arbiters Martinus de Dusel en Johannes geheten Waerloes. Op verbreking van hun oordeel stond een straf van 100 pond Bosch' geld, half voor de hertog van Brabant, half voor de heer van Petershem met nadere bepalingen. Gedaan in Oirschot op het kerkhof van de Sint-Petruskerk met als getuigen de heren Henricus Bac en Arnoldus geheten Vrient, dekens van de kerken van Oirschot en Sint-Oedenrode, Luppertus de Hersel en Johannes de Goerle.
Notaris Petrus Polslauwer de Buschoducis en notaris Daniel de Oerscot, clerici van Luik, instrumenteren dat in aanwezigheid van Johannes geheten de Eelaer namens de ene partij en Johannes geheten Waerloes, Lambertus geheten Bolaert en Theodericus, zoon van Egidius Sartor de Berse, namens de andere partij wegens hun geschil over de goederen van Ellaer arbiters aanwezen werden, namelijk door Johannes de Ellaer de arbiters heer Ghiselbertus de Palude, investiet van Heerscafen, priester, en Luppertus de Hapart, zoon van Godefridus geheten Bierkens, en door Johannes Waerloes, Lambertus Boelart en Theodericus, zoon van Egidius Sartor de Berse, de arbiters Martinus de Dusel en Johannes geheten Waerloes. Op verbreking van hun oordeel stond een straf van 100 pond Bosch' geld, half voor de hertog van Brabant, half voor de heer van Petershem met nadere bepalingen. Gedaan in Oirschot op het kerkhof van de Sint-Petruskerk met als getuigen de heren Henricus Bac en Arnoldus geheten Vrient, dekens van de kerken van Oirschot en Sint-Oedenrode, Luppertus de Hersel en Johannes de Goerle.