Peter Ronghe verzoent zich voor zichzelf, zijn helpers en knechten met het godshuis van Postel en de goederen, molen, pachters, onderzaten en allen die de goederen van het godshuis bebouwen en op zijn molen malen en verzoekt Johan, heer van Megen en Haps, en Johan van Berenbruec deze oorkonde te bezegelen, hetgeen zij doen.
Peter Ronghe verzoent zich voor zichzelf, zijn helpers en knechten met het godshuis van Postel en de goederen, molen, pachters, onderzaten en allen die de goederen van het godshuis bebouwen en op zijn molen malen en verzoekt Johan, heer van Megen en Haps, en Johan van Berenbruec deze oorkonde te bezegelen, hetgeen zij doen.