G. de Nassowe, aartsdiaken van Luik, oorkondt dat in het geschil tussen meester Gerardus de Thenis en Jacobus de Bucstelle, clericus, over de kerk van Zonderwijk (Veldhoven) de gemachtigden van Jacob, Nicholaus geheten Payens en Johannes geheten Claviger, het geschil beëindigd hebben en (afstand gedaan hebben van) alle recht dat Jacobus meende te hebben op deze kerk. De aartsdiaken verklaarde dat Gerardus toegelaten moest worden tot deze kerk en er geïnstalleerd moest worden.
G. de Nassowe, aartsdiaken van Luik, oorkondt dat in het geschil tussen meester Gerardus de Thenis en Jacobus de Bucstelle, clericus, over de kerk van Zonderwijk (Veldhoven) de gemachtigden van Jacob, Nicholaus geheten Payens en Johannes geheten Claviger, het geschil beëindigd hebben en (afstand gedaan hebben van) alle recht dat Jacobus meende te hebben op deze kerk. De aartsdiaken verklaarde dat Gerardus toegelaten moest worden tot deze kerk en er geïnstalleerd moest worden.