De schepenen, borgemeesters, de kerk- en de heiliggeestmeester, gezworenen en notabele inwoners van de vrijheid Lommel oorkonden dat zij, aangezien de vrijheid een aanzienlijk geldbedrag schuldig was aan het kantoor van de contributiën te Heusden – waarvoor de borgemeesters waren gevangengezet – van Henrick Haengreefs als momber van zijn broer Jan, zoon van Peeter Haengreeffs, 600 gulden kapitaal geleend hebben tegen een jaarlijkse erfrente van 31 Carolusgulden en 10 stuivers.
De schepenen, borgemeesters, de kerk- en de heiliggeestmeester, gezworenen en notabele inwoners van de vrijheid Lommel oorkonden dat zij, aangezien de vrijheid een aanzienlijk geldbedrag schuldig was aan het kantoor van de contributiën te Heusden – waarvoor de borgemeesters waren gevangengezet – van Henrick Haengreefs als momber van zijn broer Jan, zoon van Peeter Haengreeffs, 600 gulden kapitaal geleend hebben tegen een jaarlijkse erfrente van 31 Carolusgulden en 10 stuivers.