Schepenen van Someren oorkonden dat heer Maes, priester, Gherit en Arnt, gebroeders, zonen van Gherit geheten van der Straten, verkocht hebben aan broeder Claus van den Rode, ondermeester te Postel, ten behoeve van het godshuis van Postel een stuk land geheten Den Hoghen Haghen Ecker in Someren, grenzend aan goed van het godshuis van Postel, op welk stuk nu de windmolen staat.
Schepenen van Someren oorkonden dat heer Maes, priester, Gherit en Arnt, gebroeders, zonen van Gherit geheten van der Straten, verkocht hebben aan broeder Claus van den Rode, ondermeester te Postel, ten behoeve van het godshuis van Postel een stuk land geheten Den Hoghen Haghen Ecker in Someren, grenzend aan goed van het godshuis van Postel, op welk stuk nu de windmolen staat.