Wenceslas en Johanna, hertogen van Brabant, oorkonden dat zij de meester, ondermeester, broeders, knapen en dienaars en laten van het godshuis van Postel en al hun goederen in bescherming nemen.
Wenceslas en Johanna, hertogen van Brabant, oorkonden dat zij de meester, ondermeester, broeders, knapen en dienaars en laten van het godshuis van Postel en al hun goederen in bescherming nemen.