Wenceslas en Johanna, hertogen van Brabant, oorkonden dat zij wegens de slechte financiële toestand van het godshuis van Postel door oorlogen en met name wegens de bede voor de slag bij Baesweiler, iedereen verbieden de volgende drie jaar nog een beroep te doen op de gastvrijheid van het godshuis Postel, met uitzondering van de hertogen zelf, hun raadslieden, de drossaard van Brabant en hun rechters en ambtenaren (richteren ende ambachteren) met dienstopdracht.
Wenceslas en Johanna, hertogen van Brabant, oorkonden dat zij wegens de slechte financiële toestand van het godshuis van Postel door oorlogen en met name wegens de bede voor de slag bij Baesweiler, iedereen verbieden de volgende drie jaar nog een beroep te doen op de gastvrijheid van het godshuis Postel, met uitzondering van de hertogen zelf, hun raadslieden, de drossaard van Brabant en hun rechters en ambtenaren (richteren ende ambachteren) met dienstopdracht.