Schepenen van Eersel oorkonden dat Roebrecht van Bruyhusen recht claimde te hebben op achterstallige betalingen van een erfpacht van 4 mud rogge uit een goed geheten Den Bruele, die heer en meester Jan van Buylle, meester en provisor van het godshuis van Postel, aan Jan Snoecx alias de Loon op 21 mei 1556 heeft overgedragen, waarna Roebrecht dit onderpand heeft opgewonnen.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Roebrecht van Bruyhusen recht claimde te hebben op achterstallige betalingen van een erfpacht van 4 mud rogge uit een goed geheten Den Bruele, die heer en meester Jan van Buylle, meester en provisor van het godshuis van Postel, aan Jan Snoecx alias de Loon op 21 mei 1556 heeft overgedragen, waarna Roebrecht dit onderpand heeft opgewonnen.