Schepenen van Eersel oorkonden dat Jan Michielssen en zijn echtgenote Margriet verklaren ontvangen te hebben van heer Rombaut Colibrandt, provisor van het godshuis van Postel, 300 gulden waarvoor ze voortaan jaarlijks aan dat godshuis 18 gulden en 15 stuiver zullen betalen uit een goed geheten Den Doiden Bocht in Steensel, gelegen aan goed van het godshuis, en uit een stuk grond in deze bocht gelegen, uit een stuk goed, geheten Den Gorops(?) Acker aan een 'lijwech', en uit Den Cleijnen Acker, ook aan een 'lijwech' gelegen.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Jan Michielssen en zijn echtgenote Margriet verklaren ontvangen te hebben van heer Rombaut Colibrandt, provisor van het godshuis van Postel, 300 gulden waarvoor ze voortaan jaarlijks aan dat godshuis 18 gulden en 15 stuiver zullen betalen uit een goed geheten Den Doiden Bocht in Steensel, gelegen aan goed van het godshuis, en uit een stuk grond in deze bocht gelegen, uit een stuk goed, geheten Den Gorops(?) Acker aan een 'lijwech', en uit Den Cleijnen Acker, ook aan een 'lijwech' gelegen.