De Raad van Brabant veroordeelt de nader genoemde ingezetenen van Someren die zich op 10 juni 1610 borg hadden gesteld voor heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, wegens zijn verpachting op 4 juni 1610 van de grote en kleine tiend van Someren aan meester Geeraerdt Jacobs, pastoor, jonker Johan van Hessel, schout en andere ingezetenen van Someren, hun borgstelling, hierin geïnsereerd, gestand te doen. Gedaan te Brussel.
De Raad van Brabant veroordeelt de nader genoemde ingezetenen van Someren die zich op 10 juni 1610 borg hadden gesteld voor heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, wegens zijn verpachting op 4 juni 1610 van de grote en kleine tiend van Someren aan meester Geeraerdt Jacobs, pastoor, jonker Johan van Hessel, schout en andere ingezetenen van Someren, hun borgstelling, hierin geïnsereerd, gestand te doen. Gedaan te Brussel.