Nadat heer Gerardus de Eyck, abt van Floreffe, en frater Henricus de Eyck, kanunnik van dat klooster en meester en provisor van het huis van Postel, verhuurd hadden aan Goeswinus van den Hezeacker een huis en erf met toebehoren, geheten het Huis van Postel in 's-Hertogenbosch voor twaalf jaar op voorwaarde dat Goeswinus alle inkomsten daarvan heeft en dat hij verplicht is genoemde heren met hun gevolg en dienaren te ontvangen, en nadat heer Gerardus en frater Henricus beloofd hadden aan Goeswinus te betalen 250 rijnsgulden en Goeswinus de huur met betaling had overgedragen aan Anthonius Boest, zoon van meester Gerardus Boest, heeft Anthonius Boest voor schepenen van 's-Hertogenbosch dit overgedragen aan Wilhelmus de Gerwen, zoon van Johannes.
Nadat heer Gerardus de Eyck, abt van Floreffe, en frater Henricus de Eyck, kanunnik van dat klooster en meester en provisor van het huis van Postel, verhuurd hadden aan Goeswinus van den Hezeacker een huis en erf met toebehoren, geheten het Huis van Postel in 's-Hertogenbosch voor twaalf jaar op voorwaarde dat Goeswinus alle inkomsten daarvan heeft en dat hij verplicht is genoemde heren met hun gevolg en dienaren te ontvangen, en nadat heer Gerardus en frater Henricus beloofd hadden aan Goeswinus te betalen 250 rijnsgulden en Goeswinus de huur met betaling had overgedragen aan Anthonius Boest, zoon van meester Gerardus Boest, heeft Anthonius Boest voor schepenen van 's-Hertogenbosch dit overgedragen aan Wilhelmus de Gerwen, zoon van Johannes.