Toegangsnr. 392, inv.nr. 62
Boxtel, , 1539-1542.
Bewerkt door Jan Toirkens.


Toelichting:
Secretaris was eerst Aernt Herbrechts (soms Herbergs gespeld) daarna sinds 19 december 1541 wordt het Peter van Tuijl, mogelijk afkomstig uit Liempde. Tijdens het secretarisschap van Aernt Herbrechts is er op Drievuldigheidsdag 25 mei 1540 een grote brand nabij de kerk geweest en het kerkhof van Boxtel, een latere melding venoemt de brand te zijn geweest in het jaar 1541 maar dat laatste jaar 1541 lijkt onjuist. Verder is er melding van het verlies van een of meer protocollen die zijn verbrand omstreeks deze brand, maar van dat alles is in dit protocol weinig zichtbaar, er ontbreekt slechts een korte perode n.l. juni-augustus 1540, de rest van de periode 1539-1544 lijkt alles redelijk volledig. De eerste akte (folio 2-verso is van 2 december 1538, die later is aangedragen, de meeste aktes daarna beginnend in 1539.
De nummering betreft twee series, de eerste groep is voorzien van een door de secretaris zelf aangebrachte nummering, rechts bovenaan de bladzijde, foliogewijs, lopend van nummer 1 tot en met 94 verso. Dat lijkt te lopen tot het moment van de brand, want op 92 verso is de datering 8 mei 1540, daarna volgen 2 aktes die later zijn aangedragen. De laatste is deze serie is folio 94 verso (blanko.). Voorop folio 1 recto worden een aantal schepenen vermeld, met de diverse vervangingen, helaas werd dit blad slecht gedeeltelijk gefilmd en om die reden heb ik de namen ervan niet opgenomen in dit indexbestand. (enkele schepenen wegens overlijden etc.vervangen).
Daarna volgt een serie met een later aangebrachte potloodnumering lopend van 1 verso tot en met 51 verso, foliogewijs. De datering op folio 2 recto is 5 januari 1541 en loopt door tot en met 51 verso van 31 maart 1542, allen afgestreept met de letter H. (van Herberts?) Daarna volgen nog een aantal losse ongenummerde stukken. Deze tweede serie bladen is in dit bestand aangeduid met voorvoegsel II-. Op folio 1 verso is dus het verslag van de brand op 23 mei 1540, duidelijk het handschrift van Peter van Tuijl dus later ingeschreven.