Heer Jacob, graaf van Hoorn, heer van Althena, jonker Johan (IV) van Nassauwe, heer van Breda en kastelein van Huesden, de stad Dordrecht en jonkvrouwe Odelie van der Merweden, vrouwe van Eethen en Meuwen, stellen gezamenlijk een ordinantie in 51 punten vast voor een nieuw te maken dijkage.
Heer Jacob, graaf van Hoorn, heer van Althena, jonker Johan (IV) van Nassauwe, heer van Breda en kastelein van Huesden, de stad Dordrecht en jonkvrouwe Odelie van der Merweden, vrouwe van Eethen en Meuwen, stellen gezamenlijk een ordinantie in 51 punten vast voor een nieuw te maken dijkage.
b. Gedrukte tekst in: K. Korteweg, Rechtsbronnen van Woudrichem en het Land van Altena, (Utrecht 1948), nr.312, blz.305-319 (volledig).
Nota. Het afschrift vermeldt geen datum, maar de datering (1461) is gebaseerd op de zinssnede in de akte van 31 mei 1465 (reg. nr.816), waarin verwezen wordt naar deze ordinantie: in den jaer van een-ende-tsechtich".