Apud Dordrecht; indictione tertia.
Theodericus (Dirk VII), graaf van Hollandia, en zijn vrouw Aleydis (van Kleef) oorkonden, dat zij aan het klooster B. Maria in Berna uit hun cijns of ev. uit andere inkomsten in Dordrecht geschonken hebben een cijns van 2 mark, waarvan de ene tot nagedachtenis van zijn vader Florentius (III), en de andere tot aankoop van brood en wijn voor een dagelijkse mis tot eigen zieleheil.
Apud Dordrecht; indictione tertia.
Theodericus (Dirk VII), graaf van Hollandia, en zijn vrouw Aleydis (van Kleef) oorkonden, dat zij aan het klooster B. Maria in Berna uit hun cijns of ev. uit andere inkomsten in Dordrecht geschonken hebben een cijns van 2 mark, waarvan de ene tot nagedachtenis van zijn vader Florentius (III), en de andere tot aankoop van brood en wijn voor een dagelijkse mis tot eigen zieleheil.
b. Gevidimeerd in de akte van 7 nov. 1381 (reg. nr.398).
c. Auth. afschrift van notaris Joh. Hogardi Kelders (ca.1600); I. E. 3.
d. Afschrift in Bullarium Roovers (ca.1630), blz.81.
e. Afschrift Kopieboek Hoevenaars, I, nr.16.
f. Gedrukte tekst in 0.B. De Fremery, nr.23.
g. Gedrukte tekst in O.B. Koch, nr.248.
h. Vermelding in: J.G. Kruisheer, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299 ('s-Gravenhage-Haarlem 1971), deel I, blz.154-155, en deel II, nr.35.