Anno Domini 1469.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Huge van Berckel, zoon van wijlen Nicolaus van Berckel en van wijlen jonkvrouwe Oda, dochter van Hugo van Wijck, heeft overgedragen aan meester Henricus Appels ten behoeve van de Broederschap van O.L.Vrouw in de kerk van St.Jan Evangelist aldaar een cijns van 4 pond uit goederen van Arnoldus van der Velde in Everschoet (Eerschot te St.Oedenrode) en door deze bewoond, en die deze deels als allodiaal, deels als feodaal goed van zijn vader Theodericus had geërfd; welke cijns Jacobus Coptite naast een erfcijns van 8 pond hieruit als eerste had genoten, na hem Nicolaus van Berckel, en na deze laatste bij testamentaire beschikking zijn zoon Hugo van Berckel, die deze cijns nu blijvend als erfcijns aan de Broederschap heeft geschonken.
Anno Domini 1469.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Huge van Berckel, zoon van wijlen Nicolaus van Berckel en van wijlen jonkvrouwe Oda, dochter van Hugo van Wijck, heeft overgedragen aan meester Henricus Appels ten behoeve van de Broederschap van O.L.Vrouw in de kerk van St.Jan Evangelist aldaar een cijns van 4 pond uit goederen van Arnoldus van der Velde in Everschoet (Eerschot te St.Oedenrode) en door deze bewoond, en die deze deels als allodiaal, deels als feodaal goed van zijn vader Theodericus had geërfd; welke cijns Jacobus Coptite naast een erfcijns van 8 pond hieruit als eerste had genoten, na hem Nicolaus van Berckel, en na deze laatste bij testamentaire beschikking zijn zoon Hugo van Berckel, die deze cijns nu blijvend als erfcijns aan de Broederschap heeft geschonken.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Het charter, geschreven in een handschrift van ca.1600, behoort tot de collectie "quasi-originelen", waarvan sprake in het Regestenboek 1134-1400, blz. XXVI. Zie ook de Inleiding in dit boek.