1362 mei 21 In opido Hoesden in domo inhabitacionis Agnetis relicte Wilhelmi dicti Pender
Notaris Johan Offramzn de Herpt, geestelijke bisdom Luik, instrumenteert, dat Hildegunde, abdis klooster Vallis Beate Marie / confessarius Daniël van dezelfde orde / Henrik Hackozn, kanunnik van Heusden / Hacko de Boninghen, executeurs-testamentair wijlen Mechteld de Riede, enerzijds, en Herbernus en Johan van Brakel, broers, mede voor hun zusters, en Wilhelm de Bysoyen anderzijds, zich voegen naar besluiten van Johan, abt premonstratenzerklooster Beate Marie de Berna en Theo van Palanen, ridder, als scheidsrechters in geschil over door Herbernus en Mechteld de Riede nagelaten goederen:
dat akten van overeenkomst tussen Mechteld enerzijds, en Margaretha de Brakel / Steeskinus, Herbernus en Johan van Brakel, haar kinderen, anderzijds, over deze goederen van kracht blijven;
dat abdis Hildegundis en Daniël, aan Herbernus / Johan / Wilhelm 600 pond uit goederen klooster in Heesbeen moeten betalen, wat reeds geschied is;
dat abdis en convent dorpsmolen van Werkendam mogen gebruiken;
dat Herbernus / Johan / Wilhelm mogen beschikken over gelden, die graaf van Holland en heer van Hoorne schuldig waren aan wijlen Herberen en Mechteld;
dat abdis en convent mogen beschikken over tiende, door Mechteld aan Collegium van Heusden vermaakt, met uitzondering van 1/3 deel, dat zij verkregen had van Johan Westphelinc
Origineel (inventarisnr 7)
Met handmerk notaris
Op rugzijde: 'Bene valet. Resignatio omnium iurum, que contingebant istis de Brakel'
1362 mei 21 In opido Hoesden in domo inhabitacionis Agnetis relicte Wilhelmi dicti Pender
Notaris Johan Offramzn de Herpt, geestelijke bisdom Luik, instrumenteert, dat Hildegunde, abdis klooster Vallis Beate Marie / confessarius Daniël van dezelfde orde / Henrik Hackozn, kanunnik van Heusden / Hacko de Boninghen, executeurs-testamentair wijlen Mechteld de Riede, enerzijds, en Herbernus en Johan van Brakel, broers, mede voor hun zusters, en Wilhelm de Bysoyen anderzijds, zich voegen naar besluiten van Johan, abt premonstratenzerklooster Beate Marie de Berna en Theo van Palanen, ridder, als scheidsrechters in geschil over door Herbernus en Mechteld de Riede nagelaten goederen:
dat akten van overeenkomst tussen Mechteld enerzijds, en Margaretha de Brakel / Steeskinus, Herbernus en Johan van Brakel, haar kinderen, anderzijds, over deze goederen van kracht blijven;
dat abdis Hildegundis en Daniël, aan Herbernus / Johan / Wilhelm 600 pond uit goederen klooster in Heesbeen moeten betalen, wat reeds geschied is;
dat abdis en convent dorpsmolen van Werkendam mogen gebruiken;
dat Herbernus / Johan / Wilhelm mogen beschikken over gelden, die graaf van Holland en heer van Hoorne schuldig waren aan wijlen Herberen en Mechteld;
dat abdis en convent mogen beschikken over tiende, door Mechteld aan Collegium van Heusden vermaakt, met uitzondering van 1/3 deel, dat zij verkregen had van Johan Westphelinc
Origineel (inventarisnr 7)
Met handmerk notaris
Op rugzijde: 'Bene valet. Resignatio omnium iurum, que contingebant istis de Brakel'