1365 april 26 (feria secunda post dominicam qua cantatur Misericordia Domini)
Officiaal van Keulen gelast, hangende proces van appel, aangespannen door Giselbert Wenydau en Johan Wijffliet, die tiend in Babyloniënbroek hebben geoccupeerd, contra Johan V van Virneburg, bisschop van Utrecht, die eigendom en vruchtgebruik ervan in volledig recht beweert te bezitten, dat:
heren van Hurne, Altena en Heusden zich buiten zaak dienen te houden op straffe van excommunicatie en boete van 300 goudgulden, waarbij geestelijken en notarissen met uitvoering hiervan worden belast
Origineel (inventarisnr 169.D)
Met fragment- het aanhangend en doorgestoken zegel oorkonder
1365 april 26 (feria secunda post dominicam qua cantatur Misericordia Domini)
Officiaal van Keulen gelast, hangende proces van appel, aangespannen door Giselbert Wenydau en Johan Wijffliet, die tiend in Babyloniënbroek hebben geoccupeerd, contra Johan V van Virneburg, bisschop van Utrecht, die eigendom en vruchtgebruik ervan in volledig recht beweert te bezitten, dat:
heren van Hurne, Altena en Heusden zich buiten zaak dienen te houden op straffe van excommunicatie en boete van 300 goudgulden, waarbij geestelijken en notarissen met uitvoering hiervan worden belast
Origineel (inventarisnr 169.D)
Met fragment- het aanhangend en doorgestoken zegel oorkonder