1441 september 3
Henrik (von Ryphusen), abt van Campus, oorkondt, dat in zijn tegenwoordigheid als visitator van klooster in Heusden, overeenkomst is gesloten tussen conventualen Everard, prior / Wilhelm Lit / Henrik Weind / Albertus / Johan supprior / Petrus / Jodocus / Cornelius / Johan Bomel / Johan Hesselozn / Ludolfus, keldermeester, - Simon afwezig zijnde - over overgang conventualen en goederen naar nieuwe klooster Supra Donkam, waarbij besloten is, dat:
van de 12 genoemde personen er 6 in Heusden zullen blijven, die eigen prior zullen kiezen;
dat aan prior nieuwe klooster in hier nader genoemde gevallen gezag over oude klooster blijft gereserveerd;
dat goederen onder Oudheusden / pachten en renten in Baardwijk, Vlijmen, 's-Hertogenbosch en Empel / rente in Hardinxveld / akkers in Kedichem, aan nieuwe klooster zullen komen;
dat verdeling van roerend goed aan boeken / kleding / kerkelijke gewaden zal geschieden naar oordeel van abt van Camp;
dat nieuwe klooster alle lijfrenten zal betalen;
dat verdeling vee in wederzijds overleg zal geschieden
Kopie in groot cartularium (inventarisnr 120) pagina 4
1441 september 3
Henrik (von Ryphusen), abt van Campus, oorkondt, dat in zijn tegenwoordigheid als visitator van klooster in Heusden, overeenkomst is gesloten tussen conventualen Everard, prior / Wilhelm Lit / Henrik Weind / Albertus / Johan supprior / Petrus / Jodocus / Cornelius / Johan Bomel / Johan Hesselozn / Ludolfus, keldermeester, - Simon afwezig zijnde - over overgang conventualen en goederen naar nieuwe klooster Supra Donkam, waarbij besloten is, dat:
van de 12 genoemde personen er 6 in Heusden zullen blijven, die eigen prior zullen kiezen;
dat aan prior nieuwe klooster in hier nader genoemde gevallen gezag over oude klooster blijft gereserveerd;
dat goederen onder Oudheusden / pachten en renten in Baardwijk, Vlijmen, 's-Hertogenbosch en Empel / rente in Hardinxveld / akkers in Kedichem, aan nieuwe klooster zullen komen;
dat verdeling van roerend goed aan boeken / kleding / kerkelijke gewaden zal geschieden naar oordeel van abt van Camp;
dat nieuwe klooster alle lijfrenten zal betalen;
dat verdeling vee in wederzijds overleg zal geschieden
Kopie in groot cartularium (inventarisnr 120) pagina 4