1428 december 13.
Udeman vander Veest verklaart:
a) dat hij voor dertig jaar terug richterbode te Opploe was;
b) dat ten overstaan van richter en laten van de heer van Opploe aldaar nieuwe erven werden uitgegeven;
c) dat hij toentertijd hoenders in Loen ophaalde, wijl ingezetenen van Loen voor hun vee gebruik maakten van het water en de weiden in de heerljkheid Oploe;
d) dat degenen, die momenteel weiden in gebruik hebben, nog hoenders geven;
e) dat hij Aert van Riswic en Derick vanden Hove verzocht heeft deze brief te zegelen.
Gegeven inden jaer ons Heeren duijsent vierhondert ende acht ende twintich op Sinte Lucien dach der heijliger joffrouwen. Afschriften (inventarisnummers 27, 31 en 37)
1428 december 13.
Udeman vander Veest verklaart:
a) dat hij voor dertig jaar terug richterbode te Opploe was;
b) dat ten overstaan van richter en laten van de heer van Opploe aldaar nieuwe erven werden uitgegeven;
c) dat hij toentertijd hoenders in Loen ophaalde, wijl ingezetenen van Loen voor hun vee gebruik maakten van het water en de weiden in de heerljkheid Oploe;
d) dat degenen, die momenteel weiden in gebruik hebben, nog hoenders geven;
e) dat hij Aert van Riswic en Derick vanden Hove verzocht heeft deze brief te zegelen.
Gegeven inden jaer ons Heeren duijsent vierhondert ende acht ende twintich op Sinte Lucien dach der heijliger joffrouwen. Afschriften (inventarisnummers 27, 31 en 37)