1574 tussen 23 september en 6 oktober.
De deurwaarder Christiaen Roelants bericht de kanselier en leden van de Raad van Brabant, dat hij - krachtens de open brief (regest 20) en op verzoek van Anna van Meer, vrouwe van Oploo in het Land van Cuyk, en van heer Godart van Bouchoult - de schepenen van Beeck en Loon alsmede de ambtman Henrick van Steenhuys en de schepenen van Sambeeck opdracht had gegeven op 23 september in Oploo op de questieuse plaats te verschijnen en dat hij op 23 september eveneens op de questieuse plaats verschenen was alwaar hij ten overstaan van de schepenen en vele ingezetenen van Beeck, Loon en Sambeeck alsmede ten overstaan van Willem Robrechts, stadhouder van de ambtman, de open brief (regest 20) had voorgelezen en de schepenen en de stadhouder opdracht had gegeven te compareren voor de Raad van Brabant op 6 oktober aanstaande.
Afschrift (inventarisnummer 28)
1574 tussen 23 september en 6 oktober.
De deurwaarder Christiaen Roelants bericht de kanselier en leden van de Raad van Brabant, dat hij - krachtens de open brief (regest 20) en op verzoek van Anna van Meer, vrouwe van Oploo in het Land van Cuyk, en van heer Godart van Bouchoult - de schepenen van Beeck en Loon alsmede de ambtman Henrick van Steenhuys en de schepenen van Sambeeck opdracht had gegeven op 23 september in Oploo op de questieuse plaats te verschijnen en dat hij op 23 september eveneens op de questieuse plaats verschenen was alwaar hij ten overstaan van de schepenen en vele ingezetenen van Beeck, Loon en Sambeeck alsmede ten overstaan van Willem Robrechts, stadhouder van de ambtman, de open brief (regest 20) had voorgelezen en de schepenen en de stadhouder opdracht had gegeven te compareren voor de Raad van Brabant op 6 oktober aanstaande.
Afschrift (inventarisnummer 28)