Archieven

11 Voor mij notaris en getuigen verscheen de geachte Adriaen Henrick Leermaecker oud ca. 60 jaar wonend te Haren in de jurisdictie van Oisterwijk, die ten behoeve van Jan Corstiaen Rademaker wonend te Boxtel een verklaring heeft afgelegd. De attestant heeft ongeveer 43 jaar geleden op de Astensche Hoeve alhier de Boxtel gewoond ter plaatse genoemd Munsel, zijnde destijds de knecht van Jan van Hees die toen op die hoeve woonde. De attestant weet niet of een bepaalde beemd ter zelfder plaatse gelegen naast het land van de Clarissen van Boxtel, genoemd de Groten Beemd eigendom van die hoeve was, en of die belast was met erfdienstbaarheid om overpad te moeten geven voor de nabij gelegen beemden. Hij verklaart dat hij destijds dagelijks in die beemd werkte etc. toen hij daar woonde maar nooit heeft gezien dat iemand zich vergewaardigde om door deze beemd te gaan of door andere omliggende beemden of land te rijden of te transporteren. Aldus gedaan op 13 februari 1628 in aanwezigheid van Jan Henrick Schellekens en Goijaert Antonissen als getuigen. Ondertekend : Jan Hendrick Schellekens, Goijaert Antonis Meeussen, quod attestor H. Leermakers notarius publicus.