Archieven

141 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Govart Santegoets inwoner te Boxtel en belooft op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Jenneke Antonisse van de Struijck, weduwe van Aert van de Sande de som van 100 gulden te betalen, samen met 4 gulden als rente, te voldoen zonder uitstel. Het betreft geleend geld. Als er met instemming niet op de vervaldag wordt betaald, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. Aldus gepasseerd te Boxtel op 2 maart 1706 in aanwezigheid van Mauris Willem Slegers en Ignatius Wittebol. Ondertekend : Goijaert Santegoets, Maurus Willem Slegers, Ign. Wittebol, Corn. Wittebol notarius publicus. (in marge : Anneken Hendricks van de Sande weduwe van Jan Aarts van de Sande, mede namen Francis van de Zande etc. verklaart voor deze schuld te zijn betaald. Actum 17 september 1709)

142 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Govert Santegoets en Leendert Leendert Jonckers, inwoners van de baronie Boxtel en machtigen hierbij heer Henrick de Bije, procureur in de stad Den Bosch om namens hen hun zaak te verdedigen voor heren schepenen van de stad Den Bosch, contra Elias en Jan Vercuijlen als schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel als appellanten. De gemachtigde moet voor hen hun belangen waarnemen tot het einde toe en alles doen dat de zaak verlangt. De opdrachtgevers beloven alles na te komen dat door hun gemachtigde wordt gedaan en zullen hem daarvoor vrijwaren. Aldus gepasseerd te Boxtel op 4 maart 1706 in aanwezigheid van Jan Nuijens en Ignatius Wittebol als getuigen.Ondertekend : Goijaert Santegoets, Lenert Lenders Jonkers, Jan Nuijens, Ign. Wittebol, Corn. Wittebol notarius publicus.

143 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen heer en meester Gerard van Santfoort, *ammodiateur* (rentmeester) voor de graaf van Hornes als baron van Boxtel en verhuurt hierbij aan Hendricks van den Morselaar, een hoeve zoals de huurder die thans al gebruikt, gelegen te Boxtel onder Onrooij. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren doch kan door elk der partijen na 2 jaar worden beeindigd, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd. De huur voor het huis met de graskanten en weide begint op Pinksteravond, de tuin en de hooibeemd met half maart en het akkerland in de oogsttijd, stoppelbloot, alles dit jaar 1706. De huur is 200 gulden per jaar, te voldoen in 2 termijnen, de helft op St. Maartensdag en de andere helft met Pinksteren. De huurder is verplicht het bezit * te bevrijden van alle schouwen* en moet de burenplichten nakomen en moet het bezit omheinen zoals het hoort en alle sloten een keer per jaar te moeten uitgraven. Daarnaast zal de pachter de verpondingen moeten betalen en de personele lasten. De buitengewone lasten zullen worden betaald aan diegenen die ze zullen worden opgelegd, hetzij de huurder of de eigenaar. De pachter moet vervoer doen zoals in de eerdere overeenkomst is vastgelegd maar hoeft geen afval van de bomen te vervoeren, maar alleen de *pijlen* ervan. De huurder moet verder het huis onderhouden zonder dat op de huur in mindering te mogen brengen. De pachter moet ervoor zorgen dat het hout en de heesters niet wordt beschadigd met vee etc. maar krijgt daarvoor wel het schaarhout rondom het land genoemd de Hoogen Ackeren dat staat rondom de Rullensacker. Dat hout mag als het 6 jaar oud is, worden gekapt maar men mag geen andere schaarhout snoeien of hakken. De huurder zal de halve oogstgewassen overenemen en moet het zo ook weer achterlaten.

144 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen heer Henrick Huijgens en juffrouw Catarina Dingemans, weduwe van wijlen heer Diderick Huijgens en machtigen hierbij Johannes zoon van wijlen heer Diderick Huijgens verwekt bij Catarina Dingemans, om namens hen bepaald bezit te verhuren of te verkopen. Het betreft een stuk weiland gelegen tot Heijden in de baronie van Brada onder de Loutselsen polder, zoals nog onverdeeld is met heer Martinus Huijgens burger wonend in de stad Dordrecht. Verder betreft het een perceel bos genoemd de Haim gelegen te Roosendaal in de baronie van Breda, nog landerijen, bossen en houtvelden zoals hen opdrachtgevers toebehoort gelegen onder Wouw in het markiezaat van Bergen op Zoom, alles zoals ze van hun vader heer Joan Huijgens hebben geerfd. De gemachtgde dient alles over te dragen volgens voorschriften van de secretarie, het geld te ontvangen etc. en alles te doen wat de opdrachbtgevers zelf ook gedaan zouden hebben. Ze beloven alles na te komen wat door hun gemnachtiigde wordt gedaan en zullen hem daarvoor vrijwaren, behalve dat de gemachtigde rekenschap moet afleggen. Aldus gepasseerd te Boxtel op 19 maart 1706, in aanwezigheid van Jan Antonissen de Bresser en Ignatius Wittebol als getuigen. Ondertekend : H. Huijgens, Catharina Dingmans weduwe van Dirck Huijgens, Ign. Wittebol, Jan Antoni de Bresser, Corn. Wittebol notarius publicus.