Archieven

61 Rekest van de regenten van Udenhout in kwartier Oisterwijk die verzoek 2400 à 2500 gl. te mogen opnemen voor de bouw van een school en schoolhuis, welk rekest wordt doorgestuurd naar de Raad van State ter advisering aan de Ho: Mo:. – zie ook folio 726 met een advies van de Raad van State en de nodige condities rond het opnemen van gelden

62 Rekest van de regenten van Lithoijen in kwartier Maasland die aangeven dat op diverse plaatsen een besmettelijke ziekte onder het rundvee had geopenbaard waarop ze allerlei voorzorgsmaatregelen hadden genomen ten einde dat de ziekte niet overgebracht zou worden en hun rundveel zou worden aangestoken; in 1773 had een zekere Gerardus van Lenken uit Lithoijen uit een weide in Alem vier ossen had gehaald en die had overgebracht naar Lithoijen die volgens een attestatie van de schepenen gezond en fris waren en uit een gezonde wei kwamen waar geen besmetting was geconstateerd, maar niet inhoudende dat in de naast gelegen wei mede geen ongewone ziekte heerste onder het rundvee, maar de supplianten waren geïnformeerd dat te Alem wel een besmettelijke ziekte was uitgebroken en daarom werden uit voorzorg de vier ossen uit hun wei gehaald en provisioneel overgebracht naar de schutskooi om verder onheil te voorkomen, maar dat stuitte op moeilijkheden met Gerardus van Lenken.

63 Rekest van het corpus van de vrijheid Oss in kwartier Maasland inhoudende dat de supplianten in september 1771 via een rekest hadden gewend tot de Ho: Mo: en daarbij verzocht dat haar Ho: Mo; het reglement door de supplianten voor de broodbakkers binnen Oss ontworpen geliefden te approberen met nadere informatie over de tarieven die men wilde hanteren; rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.

64 Missive van W.C.Heinsius officier van de heerlijkheid Hilvarenbeek in kwartier Oisterwijk inhoudende dat de halfheer van gemelde heerlijkheid tijdens de gewone jaarlijkse verandering van de schepenstoel aldaar in het begin van de maand september volgens de gepresenteerde denominatie om als schepen te worden beëdigd, gedespicieerd en geëligeerd hebbende een zekere Govert Timmers van de gereformeerde religie en de tapnering uitoefende en Louis Bayens van de roomse religie beiden aldaar woonachtig en de laatste gegoed en geërfd, maar hij had als officier daar tegen geprotesteerd omdat op 25 augustus 1713 al was vastgesteld dat geen openbare herbergiers mochten worden aangesteld en dat dus Bayens van de pausgezinde religie zijnde de enige verkiesbare zou zijn bij gebrek aan gekwalificeerden van de gereformeerde religie; hij vraagt zich af hoe hij zich moet gedragen in deze; rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken om dit nader uit te zoeken.