178.116 Resoluties Staten-Generaal (178.116)
31 Missive van rentmeester De Kempenaar inhoudende dat de tienden die in de Baronie van Boxtel geheven worden voor het grootste deel bezeten worden door de Heer van Boxtel en door het kapittel gefundeerd in de kerk van Sint Pieter aldaar en voor een minder gedeelte door enige particulieren; dat hij vernomen had dat de Heer van Boxtel en andere tiendheffers aldaar zich beijverden om aan te tonen dat hun tienden laïcaal waren, ten einde zich daardoor te onttrekken aan de last zoals aangegeven in het plakkaat van 16 januari 1778 mbt geestelijke tienden, van casa quo moeten subsidiëren tot het onderhoud van kerk en toren en hetgeen daartoe behoort, waarbij De Kempenaar gemeend had in zijn kwaliteit als rentmeester van het voornoemde kapittel, niet te moeten stil zitten ten einde bij haar Ho: Mo: en de capitulairen voor diligent te worden gehouden en ware het mogelijk voor te komen, dat niet het kapittel [waardoor het land voor 1/3 geïnteresseerd is als trekkende 1/3 part van het zuiver inkomen der kanunniken] immers niet alleen werd bezwaard met de last die mettertijd drukkende kon worden, door dien de grote toren, die tot dusver door de gemeente was onderhouden, in het vervolg veel van onderhoud zou kosten; verzoekt de rentmeester met haar Ho: Mo: orders te mogen worden gehonoreerd, indien haar Ho: Mo: zouden mogen oordelen, dat door hem in deze nog enige andere middelen ten voordele van het land en tot welzijn van het kapittel in het werk kon worden gesteld; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de inhoud en uitvoering van plakkaten en reglementen.- zie ook folio 509 waarin diverse heren van heerlijkheden ingaan op de tienden binnen hun heerlijkheid o.a. Boxtel, Venloon, Druenen, Limpens pensionaris der staten van Luxemburg en Limburg en de prior Dispenser van de abdij van Tongerloo namens de abdij en de conventualen mits de impotentie van de prelaat der abdij die lijdt aan een aanhoudende ziekte