Archieven

49 Memorie van H.J. van Oldenbarnevelt genaamd Witte Tullingh over een zekere Geertruyda de Munnik minderjarige dochter van Willem de Munnik wonende te Tilburg opgevoed en professie doende van de ware gereformeerde religie die ’s nachts was ontvoerd bij haar ouders en getransporteerd naar Turnhout Oostenrijk Brabants Territorium en aldaar logeert bij een zekere vrouw Janssens wonende in de Paterstraat waar zij Geertruyda in weerwil van haar ouders wordt opgehouden en geïnstrueerd in de roomse religie en de drossaard en regenten van Turnhout zullen worden aangeschreven ervoor te zorgen dat genoemde Geertruyda weer overgeleverd wordt aan haar ouders en wordt teruggebracht onder hun ouderlijk gezag.

50 Rekest van Johan Carel Gidion van der Brugghen Heer van Croij en Stiphout van der van zijn minderjarige zoon Joan Gidion Willem Carel van der Brugghen inhoudende dat hij suppliant bij koop eigenaar is geworden van het recht van collatie of jus patronatus van een beneficie gaande uit het Onze Lieve Vrouwe-altaar te Lierop in kwartier Peelland aan hem getransporteerd door Jan Jacob Puttekoffer volgens een Bossche schepenbrief dd. 12 juli 1792 welke collatie destijds was geconfereerd aan genoemde Puttekoffer dd. 24 juni 1768 en de akte van betaling verleend door de Raad van State dd. 14 maart 1769

51 Rekest van Catharina Cornelia Zijnen moeder van haar minderjarige zoon Abraham Johan van Ginkel 13 jaar iud in een eerder huwelijk verwekt door wijlen Hendrik van Ginkel uit ’s-Hertogenbosch inhoudende dat de beurs gefundeerd door wijlen Adriaan en Cornelis van Dijck om 5 jaren op de Latijnse School en vijf jaren op een academie te studeren getrokken door een zekere Ramaer een neef van de suppliante welkke beurs annex is aan de familie Zijnen waarvan ook de vader van de suppliante Abraham Zijnen provisor is geweest die nu in de medicijnen stond te promoveren of mogelijk al gepromoveerd is en de beurs dus vacant zou kunnen zijn; haar zoon zit nu al 2 jaar op de Latijnse School te ’s-Hertogenbosch en de suppliante verzoekt de Ho: MO: haar zoon met die beurs te begunstigen; een kopie gaat naar de ontvanger generaal der beurzen.

52 Rekest van Paule Leopold Baetge lidmaat van de ware christelijke gereformeerde religie die aangeeft op de 24e door de drossaard ad interim en schepenen van de heerlijkheden van Tilburg en Goirle op basis van een octrooi van 5 juli 1757 vermits het vertrek van Jean Pierre Ferron was aangesteld en gecommitteerd tot Frans kostschoolhouder in de heerlijkheid Tilburg en verzoekt nu om approbatie van die aanstelling. – zie ook folio 815