Archieven

102 " D'ingesetenen van de vrijheijt van OORSCHOT vertoonen bij requeste dat den ritmeester WINTEROIJ deur ordre van heur Ho: Mo: int jaer 1636 met twee hondert ruyteren aldaer gecomen is ende van heur versocht vijfftich karren ende peerden om tot EYNDHOVEN eenich koren te laden ende nae den Bosch te brengen, waerop sij hem, ritmeester, hebben gedaen 25 karren ende peerden die om de voors. granen te voeren uytgeweest sijn dry dagen ende ten Bosch gecomen sijnde sijn noch 13 vande selven karren aldaer geprest om eenige ammunitienae RURMUNDE te vervoeren ende sijn daerover uytgeweest ses dagen voor welkcke reijsen de supplianten aen voerluyden de rvs. wagens hebben moeten goet doen 484 gl. - voorts dat daernae bij die van STEVENSWEERT vier vander selver voerluyden peerden uyt de weyde sijn gehaelt ende aldaer voor goede prinse vercoft voor 531 gl. 5 st. onder pretext dat sij met de voors. toevoer de placcaten vanden CONINCK VAN SPAIGNIEN souden hebben getransgresseert, waeromme de supplianten versoecken dat den Rade believe beijde d evoors. sommen belopende 960 gl. 5 st. aen heure redemptie te doen corten, waerop gelet sijnde is goetgevonden te accorderen dat den dienst sal gereeckent worden tegen 50 st. daeghs voor yder karre ende dat den supplianten daervan ordonnerende sal verleent worden ".