Archieven

21 Op het rekest van Guillaem LIEVENS rooms priester en kanunnik regulier van het CONVENT van CORSENDONCK in het land van Turnhout en geboren te ‘sHertogenbosch, is een akkoord gevolgd dat hij voorlopig zes maanden mag komen in de meierij om zijn ouders, die te Oisterwijk wonen, in hun hoge ouderdom te mogen assisteren en bovendien kan hij in de meierijse kwartieren de renten en pachten ontvangen die bestemnd zijn voor het convent.

22 Pleidooi van Lambert VAN DEN BOGAERT cum suis pachters van de hoorngelden en bezaaide landen over BEEK en LIESHOUT in een proces tegen jonker Jan VAN GERWEN en nog zes personen uit Beek [vervolgakte op folio 33 verso, waarin men meldt dat alle stukken worden doorgestuurd naar hoogschout Bergaigne].

23 Rekest van Adriaen Geerits COUWENBERGH wonende te VENLOON [= Loon op Zand] die verklaart dat hij in 1658 gepacht heeft de PASTOORSTIENDEN vallende op de Molenstraat onder genoemd dorp. Vanwege de hagelslag van 11 september 1658 heeft hij veel schade geleden en verzoekt om vergoeding of korting op zijn pachtpenningen [zie ook folio 47 verso].

24 Adriaen SOFFAERTS te TILBURG geeft in een rekest te kennen dat Aert HOPPENBROUWER zijn voorzaat op 20 december 1599 van de rekenkamer van Brabant het bezit verkregen heeft van de WATERMOLEN te MOERGESTEL op basis van een recognitiecijns van 50 artois schellingen, om beneden de sluis nog een rad of volmolentje te mogen opbouwen, om daarmee het hele jaar door wollen lakens te kunnen vollen, welk recht hij echter gedurende zijn leven nooit gebruikt heeft. Genoemde suppliant zou dit volmolentje nu graag willen laten optimmeren, omdat de recognitiecijns wel altijd is betaald aan de domeinen. Een van de vier raderen van de oude molen is gebruikt om soms schors te malen. Hij verzoekt nu om het zodanig te mogen veranderen, dat hij ook lakens kan vollen.
Rekest en bijlagen worden doorgestuurd naar de rentmeester der domeinen.