Archieven

4 Rekest van Amandus van der Eijcken prelaat van de keizerlijke vrije Moenster [dubieus – monasterium bedoeld?] als Heer van Alem in kwartier Maasland en Wouter Konings president en Jan Jooste schepen van Alem geautoriseerd door de andere schepenen van Alem te kennen gevende dat haar Ed: Mo: bij resolutie van 19 november 1736 niet alleen zich hebben laten welgevallen hetgeen door die van de leen- en tolkamer is verricht in het projecteren van een nieuwe conventie tussen de supplianten over het leggen maken en onderhouden van een zekere kribbe in de rivier de Maas maar ook schepen en regenten van de heerlijkheid Alem geautoriseerd hebben om de geprojecteerde conventie met de gemachtigde van de 1e suppliant te mogen aangaan, en voor de genoemde leen- en tolkamer passeren en solemniseren dat ingevolge van die autorisatie genoemde conventie tussen de supplianten is aangegaan en op de 11e december jl. voor die van de leen- en tolkamer van ’s-Hertogenbosch gepasseerd, zoals blijkt bij de genoemde conventie aan het rekest toegevoegd verzoekende daarop haar Ed: Mo: approbatie en permissie aan de 1e suppliant om ingevolge die gemaakte conventie te mogen ontvangen een zekere rijswaard en die gementioneerd en te arresteren voor wat gerecht het transport van die rijswaard zal moeten geschieden