Archieven

13 Rekest van de regenten van Schijndel in kwartier Peelland inhoudende dat op de 19e augustus door een zware hagelslag de vruchten van het veld als boekweit, tarwe, gerst, haver, hop en erwten in de hoeken Wijbosch Lutteleinde en Enschot [moet zijn Elschot] ,zijnde een groot gedeelte van het dorp, bedorven zijn en daardoor zeer grote schade is veroorzaakt ten bedrage van 2500 gl. door welk ongeluk de gebruikers van die landerijen in een deplorabele toestand terecht zijn gekomen, verzoekende aan de Ed: Mo: hen remissie van hun verpondingen beden en gemene middelen te verlenen; het rekest wordt doorgestuurd naar de raad om advies en later naar de raad en rentmeester der domeinen De Schmeling en de ontvangers van de betreffende middelen

14 Rekest van de schepenen en regenten van Woensel in kwartier Kempenland te kennen gevende dat zij door de leen- en tolkamer tegen de 10e zijn beschreven om aldaar te verschijnen, ten einde dat zij tegen een redelijke vergoeding op zich zouden nemen het opmaken en onderhouden van de onbestrate dijk of bedde van de steenweg komende van het dorp Best op Woensel, dat zij door hun gedeputeerden de ondoenlijkheid van die enterprise hebben gedaan representeren en ten enenmale hebben afgeslagen, verzoekende dat haar Ed: Mo: haar supplianten die met de voorschreven dijk of bedde niets te doen hebben, gelieven te laten bij haar vrijdom en ontlasting van het opmaken en onderhouden van genoemde dijk of bedde en het tegenverzoek van de magistraat en van de leen- en tolkamer van de hand te wijzen; het rekest wordt ter hand gesteld aan die van de leen- en tolkamer om hun reflectie op deze zaak te geven

15 Rekest van de stadhouders der vier Meierijse kwartieren met een uitvoerig relaas over alle leveranties incl. bedragen vermeld in de ordonnantie van 2 november 1747 ten laste van de commissarissen Bouquet, Ravens en De jong [met details] – zie ook folio 463, 673v

16 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 12e inhoudende een bericht op een rekest van Israel Bourget en Jacoba Bourget wonende te Sint Michielsgestel als bij testament van wijlen Cristiaan Adriaan Ruijsch aangestelde voogd en voogdes over Suzanna Jacoba Ruijsch enige nagelaten dochter en geïnstitueerde erfgenamen van C.A.Ruijsch en mede wijlen Maria Hester Bourget in hun leven echtelieden, dat genoemde C.A.Ruijsch heeft nagelaten een huis met toebehoren genaamd Nieuw Herlaar onder Sint Michielsgestel gelegen aan welk huis een bierbrouwerij toebehoort welke zij, supplianten, wel gaarne zouden appropriëren en gebruiken als koopbierbrouwerij en de nering daarin uit te oefenen tot gerief van de ingezetenen als anderszins; verzoekende om permissie om die brouwerij behorende tot het huis van Nieuw Herlaar tot een koopbierbrouwerij te mogen toe-eigenen en er de nering te doen, maar na deliberatie is besloten het verzoek af te slaan