Archieven

9 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling, van de raad en ontvanger generaal der beden van Brabant in het kwartier van ’s-Hertogenbosch Van Lijnden en van de ontvangers Verspijk, Van Palland, Smits, Essenius, Van Heurn, Loco Calmette, de Lobell, Lillie en Goske geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 7e inhoudende een bericht over de toestand en het vermogen van de Meierij van ’s-Hertogenbosch en de punten dien aangaande vervat in haar Ed: Mo: resolutie van 27 en 29 juli 1746 alsmede een bericht op een rekest van de regenten van Nistelrode die hebben verzocht om remissie op hun verpondingen

10 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling als bericht op een rekest van Hermanus Jacobus Sam uit ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat haar Ed: Mo: bij resolutie van 6 november 1739 hebben gelieven vast te stellen dat de toen paardengrut- en meelmolens toentertijd actueel binnen de stad bemalen en gebruikt werden bemaald en gebruikt zouden blijven zonder dat de toekomende eigenaars en bezitters een nieuwe confessie of octrooi van de Ed: Mo: nodig zouden hebben [met nadere details] – zie ook folio 152 verso

11 Rekest van Gerardus Velthuijzen aannemer van het driejarig onderhoud der forten Isabella en St.Antoni buiten ’s-Hertogenbosch verzoekende om een ordonnantie van 1050 gl. ter voldoening van het 3e en laatste jaar onderhoud

12 Rekest van de in- en opgezetenen van het dorp Westelbeers onder de dingbank van Hilvarenbeek in kwartier Oisterwijk te kennen gevende dat het schoolhuis te Westelbeers en het aangelegen dorp Middelbeers van alle oude tijden gestaan heeft aan de grote kerk te Middelbeers, dat de supplianten geïnformeerd zijn dat de schoolmeester aldaar volgens haar Ed: Mo: resolutie voornemens zou zijn om het school vanaf het kerkhof van Middelbeers meer naar het dorp te brengen en daardoor een half kwartier verder van de supplianten te verplaatsen en de kosten van dien voor de helft ten laste te brengen van de supplianten – ‘dat zij supplianten oordeelen in het een en ander – voor hen een groot ongerief te resideren door dien der supplianten kinderen een half quartier uurs verder als van ouds van de school geëloigneert zoude wesen en het dorp van Middelbeers veel vermogender en talrijker van inwoonderen dan het gehugt van Westelbeers zijnde, geen egale proportie is, bestaande der supplianten gehugt in 32 huizen en het dorp van Middelbeers in meer dan 50 huizen, dat ook bovendien het schoolhouden aldaar door de bediening van den schoolmeester als substituut secretaris van vijf dorpen zeer slap voortgaat, werdende de school menigmaal gehouden door sijn vrouw of suster en ook wel gebeurt dat er geen school gehouden word, versoekende dat haar Edele Mogende aan de regenten van Middelbeers en den schoolmr. gelieven te ordonneren het schoolhuijs aldaar te laten op de oude standplaats van het kerkhof of ten minste dat haar Edele Mogende gelieven te verstaan, dat de kosten van die vernieuwing en verplaatzinge en ’t geene verder het schoolhouden aldaar, het woonhuijs van den schoolmeester en zijn corporele diensten aangaat niet verder tot last van de supplianten gebragt mag worden als voor een geregte derde partt’- besloten is om op het verzoek van het schoolhuis te laten op de oude standplaats niet in te gaan en het wordt daarom van de hand gewezen;