Archieven

21 Rekest van Adrianus Hurkmans rooms pastoor of deservitor der Baronie van Boxtel, mitsgaders kerkmeesters van de roomse kerkschuur aldaar verzoekende dat haar Ho: Mo: hen gelieven te ordonneren daar haar supplianten kerkschuur zo spoedig mogelijk mag worden ontsloten ‘ter tijd en wijlen toe er sal weesen geoordeelt of de supplianten sig aan eenige contraventie van de ordres van haar Hoog Mogende hebben schuldig gemaakt dan niet; welk rekest is doorgestuurd naar de drossaard van Boxtel met last om binnen 14 dagen haar Ed: Mo: op de requeste te dienen van berigt en dien onvermindert te versoeken en committeeren de heeren Scheijderuijt, Alberda, thesaurier generaal de la Bassecouw en secretaris Hop tot het waarnemen der conferentien bij haar Hoog Mogende voorsz. resolutie [van 9 september] gedecerneert’

22 Missive van de kapitein der artillerie Althuijsen en de commies van de veldtrein Brocadus i.v.m. het contract dat is gesloten met de wagenmaker en smid mbt de voldoening van 1000 gl. uit de post staande op de staat van oorlog

23 Missive van de magistraat van de stad ’s-Hertogenbosch op een rekest van Johan de Jonge sergeant in het bataljon van generaal major Smissaart in garnizoen te Sas van Gent te kennen gevende dat diens huisvrouw Ida Draak was bezocht door een razernij die haar sinds haar kraambed was bijgebleven volgens de attestatie van ’s lands en stads doctor van Sas van Gent, die alles i.v.m. het onderhoud der arme en bedroefde huisvrouw en haar twee onnozele kinderen, welke Ida Draak is geboren te ’s-Hertogenbosch

24 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van Adam van Waarden pachter van de houtschat en onderrentmeesterschap in het dorp Schijndel in kwartier Peelland ingegaan 1 oktober 1751 te kennen gevende dat hij suppliant behoorlijk geassisteerd zijnde , in gevolge haar Ed: Mo: reglement van 29 oktober 1696 op het beplanten der Meierij van ‘sBosch in 1752 de schouw heeft begaan over de verpotingen van de gemeente Schijndel zowel van de dijken als de voorhoofden, straten en stegen en daar had geconstateerd dat de beplantingen waren geneglieerd [= verzuimd] en dus door diverse personen is gezondigd tegen het reglement en verzoekt executoriaal ter invordering van de daarbij behorende boetes, maar tot op heden was zijn verzoek nog niet ingewilligd door de raad en rentmeester omdat die zijn bedenkelijkheid had geuit of dit alles wel prakticabel zou zijn, welke invordering van boetes was geregeld via art.15 van het reglement