Archieven

17 Rekest van Josephus van den Bril kanunnik van de abdij van Postel en van Johannes Stagelaar ook kanunnik van dezelfde abdij die beiden een akte van zending hebben ontvangen van de vicaris de 1e voor een pastoorsplaatste Veldhoven na de vrijwillige afstand van Johannes Staesens en de 2e voor de kapelaansplaats te Helmond vacant vanwege de bevordering van J. van den Bril en ze verzoeken beiden om een akte van admissie; akkoord.

18 Rekest van Antonie Hirschig wonende te ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat Johan George Rusch ’s lands roeier binnen ’s-Hertogenbosch zowel door zijn hoge ouderdom als zijn lichamelijke klachten eigenlijk niet meer in staat is zijn ambt uit te oefenen en dat hij nodig assistentie zou moeten krijgen en dat hij suppliant zich heeft toegelegd op het peilen en roeien onder begeleiding en onderwijs van Hendrik van Grootveld stadsroeier te Rotterdam en zich nu wel in staat acht dat ambt te gaan beoefenen en hij verzoekt aangesteld te mogen worden om dit ambt in ’s-Hertogenbosch waar te nemen als wijnpeilder en roeier.

19 Missive van de ijkmeester generaal van de Meierij Althuijsen met een provisioneel antwoord op een resolutie van 26 april i.v.m. het kwantum van de molster voor de Meierijse molenaars; idem zijn bezwaar m.b.t. het gedrag van ontvanger Van Breugel – zie ook folio 287, folio 311

20 Rekest van A. van Dremmen schoolmeester te Geffen in kwartier Maasland en ook koster en voorlezer over zijn indispositie vanwege zijn klimmende jaren en hij verzoekt voorzien te mogen worden van een substituut – zie ook folio 217 Dremmen heeft gefunctioneerd van 1749 tot 1761 als schoolmeester te Philippine en daarna te Geffen en een substituut wordt hem gegeven conform het schoolreglement.