Archieven

61 Rekest van diverse kooplieden en fabrikanten in Frans linnen en bonte lijnwaten uit de stad Haarlem met een verzoek om de juiste interpretatie van de ordonnantie op de grote Brabantse zwijgende landtol zowel via een resolutie of op de a.s. verpachting van dit tol, en verzoeken dat men van hogerhand gelieven zal goed te vinden ‘dat de stoffagie van den supplianten en andere fabricqueurs in Fransche linnens en bonte lynwaaten te Haarlem en aldaar tot kettingen gerapproprieert, om daar van stukken Fransch linnen en bonte lynwaaten te laaten weeven, na[ar[ Helmont en andere plaatsen van brabant onder het ressort van de staat versonden wordende, als meede de daar van geweeven stukken die wederom na[ar] Haarlem te rugh gesonden worden, voortaan geen betalinge van den grooten Brabandschen swygenden landtol subject sullen weesen en daar van aan de supplianten te verleenen acte in forma’; een kopie wordt naar de Raad van State gezonden ter advisering. – zie ook folio 607 over dit thema