Archieven

73 Missive van het college ter admiraliteit van de Maas geschreven te Rotterdam inhoudende dat door het overlijden van Samuel Radermacher ontvanger der konvooien en licenten te Budel in de baronie van Cranendonk de post van ontvanger aldaar vacant is en worden als opvolgers twee personen voorgedragen waarvan men verzoekt aan de Ho: Mo: er een van te kiezen nl. Hermanus de Groot [30] en Philippus Lodewijck Fernandes [50] en de eerste is uiteidnelijk gekozen en aan hen wordt de commissiebrief toegezonden.

74 Rekest van de regenten van Alem in kwartier Maasland die verzoeken evenals in 1731 hen te permitteren reëel te mogen omslaan 3 gl. 10 st. per mergen buitenland alsmede over de huizen en hoven die in geen mergentalen begrepen zijn een gehele verponding en 6/8 van dien; een kopie wordt voor nader onderzoek ter advisering doorgestuurd naar de Raad van State.

75 Rekest van Mr. David Thom. a Theussink inhoudende dat de suppliant door de Ho: Mo: is aangesteld tot ontvanger generaal der beurzen ad studia over stad en meierij van ’s-Hertogenbosch maar geeft aan dat hij zich nog enige tijd zou willen ophouden in de provincie Overijssel en verzoekt derhalve permissie om het genoemde ontvangerambt bij provisie te mogen laten waarnemen door Peter Dirck Santvoort; akkoord; een kopie hiervan wordt doorgestuurd naar de Raad van State en de generaliteitsrekenkamer.

76 Rekest van Hendrik Jan Wentholt Heer der vrije heerlijkheid Gansoijen inhoudende dat zowel de secretarisplaats als die van de drossaard vacant zijn welke ambten nooit zijn bediend door twee onderscheiden personen maar slechts gecombineerd op een persoon welk dubbel-ambt slechts neerkomt op een traktement van 60 gl. vanwege de geringheid van het dorp qua mergentalen en woonhuizen; een kopie van het rekest wordt naar het officie fiscaal van Brabant gestuurd ter advisering van de Ho: Mo:.