Archieven

188 Voor ons schepenen verscheen Cornelis Janssen Cuijpers ter ener zijde en Engelken dochter van Willem Henricks de Louw weduwe van Cornelis Bartholomeussen geassisteerd door Ariaen Janssen Groenendael ter andere zijde en ze willen de volgende huwelijkse voorwaardes afspreken. Engelken zal in dit huwelijk het bezit inbrengen van haar kant zoals dat door wijlen haar man ook werd nagelaten volgens het testament ervan, onder voorwaarde dat Cornelis dat bezit niet mag belasten of verkopen etc. dan alleen met toestemming daarin van Engelken en dat bezit zal later versterven op zowel haar voorkinderen als nakinderen. Ze herroept daarvoor ook zover nodig haar testament als dat daarmee in tegenspraak zou zijn. Haar a.s. echtgenoot zal daarvan wel het vruchtgbruik behouden in de helft van het bezit dat Engelken na haar dood zal nalaten. De a.s. cantheralen of bedgenoten zullen als de voorkinderen komen te huwen of tot goedgekeurde status komen, met goedkeuring van de bruid, elk van hen de som van 400 gulden geven, van de een op de andere te versterven, tot de laatstoverledene toe. Genoemde Cornelis Janssen zal al zijn bezit inbrengen, zowel roerend als onroerend, en daarvan krijgt Engelken na zijn dood het vruchtgebruik en na dood van Engelken, zal dat bezit versterven op hun beider wettige kinderen. Verder zal de langstlevende van hen beiden hun beider kinderen bij huwelijk een behoorlijke uitzet mee moeten geven, als dat kind met toestemming trouwt of tot goedgekeurde status komt. Het bezit dat ze in hun beider huwelijk hebben verworven gaat naar zowel de voorkinderen als nakinderen. Partijen beloven deze afspraken zo na te komen. Datum 16 juli 1657, getuigen meester Anthonie Vermeulen en Peter Jans van de Sande als schepenen te Boxtel. Mij present A. Huigens.