Archieven

46 Vandaag 30 mei 1685 verscheen voor mij notaris en getuigen Merieken Peters van de Ven weduwe van Jan Claessen Compeers met haar voogd wonend te St. Michielsgestel en verhuurt aan Goijaert Wouters van de Sande ook in St. Michielsgestel wonend, een huis, schuur, bakhuis, tuin, boomgaard en een weilandje en grasdries, alles gelegen onder St. Michielsgestel ter plaatste genoemd het Pleijn en andere plaatsten. Het teulland is ca. 18 lopenzaad groot verdeeld over verschillende percelen, de tuin en boomgaard is ca. 2 en een halve lopenzaad, het weiland ca. 2 scharen, de grasdries ca. een lopenzaad, nog een klein weilandje groot ca. 2 en een halve lopenzaad, alles onder Gestel en steeds door haar gebruikt te zijn geweest. De huur loopt voor 6 achtereenvolgende jaren en kan door elk der partijen na 3 jaar worden beeeindigd, maar die zulks wenst te doen, moet dat de ander voor Kerstmis opzeggen. De huur bedraagt 62 gulden per jaar, verder 16 pond boter en de huurder moet jaarlijks 3 vijmen dakstro op het huis leggen. Verder moet de huurder de dorpslasten en verpondingen betalen en de straten en waterlopen onderhouden en die schouwvrij te houden. De huur voor de tuin en graskanten nabij het esthuis gaat in per half maart van dit jaar 1685, het huis, esthuis, schuur en bakhuis met met het hooiland, de weide etc. met Pinksteren ook dit jaar 1685 en het teulland in de oogsttijd stoppelbloot ook in 1685 en zo ook weer achter te laten. De verhuurster zal in de opkamer van het huis blijven wonen met een hoek van de kelder. Verder zal de huurder mogen moerturven en wel elke 3 jaar een vierkante roede maar die moet wel weer de kuilen vullen met de grond van verhuurster. Verder mag de huurder turven in de weide die de verhuurster samen met Jan Franssen Haerwasser gemeenschappelijk in eigendom heeft en wel net zoveel als deze Jan Franssen zal turven. Verder moet de huurder het vlasveldje in de tuin van ca. een half lopenzaad aanvaarden per oogsttijd 1685, stoppelbloot.