5119.23 Index schepenprotocol Helvoirt (5119.23)
138 Voor schepenen van Helvoirt Daniël Franchois van Dompzelaar en Johannes Mastenbroek is verschenen Jacoba Mastenbroek, ca. 43 jaren oud, die op uitdrukkelijk verzoek van Johan van Hanswijck als pachter van de Grote Brabantse Zwijgende Land Tol onder ede heeft verklaard dat Arnoldus van der Flaas en Johan Weeber, beide commiezen van Grooten Brabantse Swijgende Landtol in maand mei 1755, zonder exacte dag te hebben onthouden, zijn aangekomen bij den Engel in Helvoirt, woning en herberg van haar moeder weduwe Pieter van Ginkel. Direct daarop is bij herberg rijtuig gearriveerd met een man en vrouw waarvoor comparante de deur heeft opengedaan. De vrouw zei vervolgens tegen haar: “Ik ben door commiezen van de Tol aangehouden en ik had al mijn [canten] die in ’t koffer achter op het rijtuig staan, juist aangegeven maar wie denkt nu dat zij iemand [in den sack] zouden visiteren”. Hierop is comparante woning binnengegaan. Zij kan zich goed herinneren dat voornoemde commiezen, na opgelegde aanslag, haar nog verscheidene keren hebben gesproken over gemelde woordenwisseling. Na voorlezing volhardt comparante in verklaring en heeft zij met voornoemde schepenen deze verklaring ondertekend.
Persoon in schepenakte:
Datering:
19-07-1755
Pagina:
300-301
Soort akte:
Visitatie
Plaats:
Helvoirt
Toegangsnummer:
5119
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd