Archieven

9 Joncker Geraerdt van Boeckop.
Voor Ghijsbert Thonis Corstiaenss ende Corstiaen Henrick Spirincx, schepenen in Berlicum, is verschenen joncher Gheraerdt van Boeckop. Die heeft met ons ende met Roloff Adriaenss sijnen hoevenaer ende Willemen Thijs Roverss beleijdt die stege comende vande nonnenveltse hoeff aff nae den Dungen te gaen ende dat wij scepenen voirs met den voirs twee mannen aldair bevonden hebben opte selve stege tegen derffenisse van Mariken weduwe Lambert Henrick Vuchs ende nu de huijsvrouwe van Henrick Corstiaenss vander A, te weten tegen het ackerlant ende het busselen die putten dair het hout affgehouden was ende tselve wederom met heesters bepoet, ende die voirs Roloff dat hij gesien heeft dat tvoirs houdt affgehouden worden ten bevele van Henrick Corstiaenss ende Mariken sijn huijsvrouw, doer eenen geneompt Hersken Lambertss ende dat hij oijck gesien heeft dat die voirs Henrick Corstiaenss tselve houdt oft eensdeels dair aff heeft helpen laijen ende ewech voeren ende die voirs Willem Thijssen dat hij tselve houdt dair opte selve stege heeft sien staen wassen, ende oijck dair nae dat tselve affgehouden lach inden winter, doir die schorsse.
Scabini ut supra (Adriaen Rutten ende Peter Dirckss).