Archieven

akkerland genoemd het Jan Dinghens akkerken op de Midakkers, b.p. Jan Joosten, Arij Janssen Vercuijlen, de Ruijmelse beemden, de Midakkerse dijk daar. Akkerland genoemd het Mauwerse onder de Midakkers, b.p. Henrick Huijberts c.s., Jacob van Poppel, erfgenamen Joost Jan Antonis, met een mestweg er tussen. Hooiland in de Kleijne Ossencampen. Beemd genoemd de Loobeemd gelegen te Boxtel onder Onroij, b.p. Jan Peter Lathouwers e.a., weduwe Aert Hoefnagels, de Dommel. Deze beemd wordt gewisseld met de weduwe Aert Hoefnagels. 1/3e van een jaarlijkse rente van 10 gulden vervallend op 17 januari aflosbaar met 200 gulden, te betalen door Adriaen Broeren (schepenbrief Den Bosch d.d. 17 januari 1664). - Goijaert Jan Andries Santegoets krijg: akkerland op de Midakkers, b.p. Henrick Huijberts c.s., Eijmbert Willem Rutten c.s. met een mestweg er tussenin, de Hooge Geer, de rijweg. Akkerland genoemd het Mauwerse, in de Midakkers, b.p. weduwe Paulus Suijskens, Jacop van Poppel, erfgenamen Joost Jan Antonissen, met een mestweg er tussenin. Hooiland in de Kleijne Ossencampen. Weiland genoemd de Weehae onder Boxtel te Onroij, b.p. Corstiaen Henricks, Jan Rossums, weduwe Henrick Jochums, de gem. straat. 1/3 van een rente van 10 gulden per jaar steeds vervallen op 17 januari af te lossen met 200 gulden, te ontvangen van Adriaen Broeren (schepenbrief Den Bosch d.d. 17 januari 1664). - De minderjarige kinderen van Adam Bartholomeus verwekt bij Maeijken Jans Santegoets krijgen: akkerland in de Hoef afkomstig van joffrouw van der Graeff, alhier nabij de Midakkers, b.p. Gijsbert Cornelis van Oijsterwijk, Adriaen van de Brandt, een pad daar. Hooiland in de Kleijne Ossencampen alhier. Weiland genoemd de Weegae, onder Boxtel, b.p. Corstiaen Henricks, Jan Rossums, weduwe Henrick Joachims, de gem. straat. 1/3 van een rente van 10 gulden per jaar steeds vervallend op 17 januari af te lossen met 200 gulden, te ontvangen van Adriaen Broere(schepenbrief Den Bosch d.d. 17 januari 1664).

Genoemde Peterken dochter van Willem Roelof Hagelaers weduwe van Jan Huijberts van Gemert geassisteerd door haar huidige man Adriaen Henricks van de Brandt doet afstand van de helft van het staaksgewijze vruchtgebruik van het bezit en inzake het vruchtgebruik van alle andere bezit dat ze in het huwelijk met haar eerste man had geerfd en ook inzake het vruchtgebruik van alle meubelen die ze met haar eerste man had verkregen. Ze draagt haar rechten daarvan over aan Henrick Huijberts van Gemert en aan Jan Henrick Santegoets, als erfgenamen van Jan Huijberts van Gemert en doet er afstand van. Daarna hebben genoemde Henrick Huijberts van Gemert en Jan Henrick Santegoets in hun hoedanigheid hier voor schepenen de helft van de vaste bezittingen die Willem Roelof Hagelaers op 12 mei 1663 aan Jan Huijberts van Gemert had overgedragen en ook inzake het erfrecht van de helft van alle verder bezit dat in het huwelijk van Jan Huijberts van Gemert en Peterken was verkregen en waarvoor deze Peterken hier afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan, samen met alle rechten en schulden ervan en ook inzake de helft van alle meubilaire goederen die Jan Huijberts en Peterken in hun huwelijk samen hebben bezeten, dat bezit weer aan Peterken dochter van Willem Roelof Hagelaers overgedragen die daarvan de volle eigendom krijgt en ze doen daar afstand van. De opdragers zijnde Henrick Huijberts van Gemert en Jan Henrick Santegoets beloven deze overdracht altijd gestand te doen en zullen daar geen aanspraken meer op maken. Daar tegenover doet genoemde Peterken met haar huidige man afstand van het vruchtgebruik inzake alle bezit afkomstig van wijlen haar man zowel in het bezit te Erp als in Gestel of elders en draagt dat over aan Henrick Huijberts van Gemert en aan Jan Henrick Santegoets en ze belooft dit afstanddoen altijd na te komen. Hiervan zijn twee gelijkluidende brieven gemaakt en voorzien van het schependomszegel. Actum 13 januari 1674. (ingewikkeld allemaal)