Archieven

1 Watse Sibius van Andringa, secretaris van Schijndel verkoopt perceel heide met sloten en graven in het Lutteleijnde in het Hermaelen, hem aangekomen bij koop van deze gemeente gepasseerd te ’s-Hertogenbosch 19-4-1791, aan Anthonij Andries van der Haegen, wonende te Schijndel.

2 Anthonij Andries van der Haegen, wonende te Schijndel bekent 200 Carolus gulden schuldig te zijn aan Watse Sibius Andringa, secretaris van Schijndel. In de marge wordt vermeld, dat 28-1-1800 de schuld is voldaan, waarbij op 1-2-1800 een kwitantie wordt verstrekt. Akte is doorgehaald.

3 Hendrik Jansse van den Bogaart en Jan Jansse van den Bogaart, broers en wonend te Schijndel en Johanna Jansse van Berkel weduwe van Anthonie Mickers, wonende te Gemert bekennen 200 Carolus gulden schuldig te zijn aan Gijsbertus Hermanus van Beverwijk, erf-secretaris van en wonend te Schijndel. In marge vermeld, dat op 19-2-1798 de schuld is afgelost. Akte is doorgehaald.

4 Wilhelmus Goijarts, Maria Goijaerts, mitsgaders Goijaert Peeter Goijaerts en Adriaan Peeter Goijaerts, allen wonende te Schijndel bekennen 200 Carolus gulden schuldig te zijn aan Peeter Wouter van der Kallen, mede wonend te Schijndel in kwaliteit als voogd over de drie onmondige kinderen van wijlen Matthijs van de Vorstenbosch en wijlen Maria Johannes van de Ven, met namen Lambert, Meijntje en Adriaantje Vorstenbosch. In marge: Schuld afgelost 20-3-1802. Doorgehaald.