Archieven

93 Gerit Gerit Martenss. heeft bekend schuldig te zijn in deze tegenwoordige oorlog tussen de Koning van Engeland en de Koning van Frankrijk het dorp Schijndel te dienen met een wagen bespannen met vier paarden waartoe de dorpen in de Meierij van ’s-Hertogenbosch geboden waren en de schepenen Jan Rutten sone van den Borne, Ariaen Aertss. van Sochel, Henric Henricss. van den Bogaert, Jan van den Oetelaer, Lauvreijns Michilss., Gisbert van den Bogart en Hugo van Beerckel [vgl. Berkel] geven aan dat ze aan genoemde Gerit twee paarden zullen leveren bij de twee die hij al heeft welke paarden getaxeerd worden op hun waarde en de dorpen in kwartier Peelland zullen schadeloos gesteld worden zoals ook het dorp Schijndel schadeloos gesteld wordt terwijl het dorp aan Gerit zal uitkeren een bedrag van 12 gl.; mochten de paarden worden afgenomen of afgeschoten ofwel sterven dan zal de waarde vergoed worden