Archieven

57 Josijna van Heesch vrouw van Jan Heuvers verklaart na permissiebiljet te hebben ontvangen van directeur der collaterale successie te Heukelom en overlijden van Maria van Heesch weduwe Gerrit van Rooij, dat volgende personen: Hermanus en Dorothea van Rooij, kinderen van Willem van Rooij te Rotterdam voor ½ in 1/3 voor de helft van mans versterf; Josijna van Heesch vrouw van Jan Heuves te Heukelom voor 1/2e in 1/3e van de andere helft van vrouws’ versterf en Anna Catharina Leonard weduwe Willem van Rooij als erfgename van haar man voor 1/3e in het geheel volgens testament voor notaris Woltherus de [Riet] te Rotterdam 13-5-1808 en Lambert van den Oetelaar, nagelaten kind van wijlen Goyert van den Oetelaar en Judick van Rooij, echtelieden wiens leven of dood sedert de jaren 1787 onbekend is voor 1/3e in het geheel samen met broers en zusters, kinderen en kindskinderen van wijlen Hermanus van Rooij volgens inventaris voor gerecht van Vught 31-8-1791; aankomen een huis bestaande in drie woningen gequoteerd Litt. C nummers 2, 3, 4 verponding nummer 61 met circa een hof te Vught aan het Marktveld.

58 Cornelis Hendriks van Son nomine uxoris Josijna Nicolaas Reijnders verklaart na permissiebiljet te hebben ontvangen van directeur der collaterale successie te Helvoirt 22-8-1810 na overlijden van Nicolaas Reijnders, dat Cornelis Hendriks van Son gehuwd met Josijna Nicolaas Reijnders en Johannes Nicolaas Reijnders bekomen een perceel teulland oud nieuw erf te Cromvoirt aan den Duijn. In aanvulling wordt vermeld, dat permissiebiljet tot scheiding van nalatenschappen valt in de bepaalde uitzonderingen.

59 Petronella van Engelen weduwe Bernard Jacob Halfwassenaer uit extract van testament 24-4-1792 gepasseerd te ’s-Hertogenbosch voor notaris meester Wilhem Henrik Pels aldaar en na permissiebiljet te hebben ontvangen van directeur der collaterale successie te ’s-Hertogenbosch 17-12-1810 en na overlijden Bernard Jacob Halfwassenaer; verkrijger vrouwe Petronella van Engelen weduwe Bernard Jacob Halfwassenaer voor de ene helft in eigendom en de wederhelft ter tochte een perceel weiland zijnde het gemeentje aan het vrijdom der stad ’s-Hertogenbosch gekomen van de heer Bisdom. In aanvulling wordt vermeld, dat permissiebiljet tot scheiding van nalatenschappen valt in de bepaalde uitzonderingen.

60 Meester Jacob van Beresteijn verklaart volgens extract uit zekere onderhandse akte codicillair door wijlen meester Gijsbert van Beresteijn eigenhandig geschreven en getekend binnen ’s-Hertogenbosch 27-6-1803 en na permissiebiljet te hebben ontvangen van directeur der collaterale successie te Vught 7-12-1810 en na overlijden van meester Gijsbert van Beresteijn, dat verkrijger bekomt een adelijke huizinge en hof onder Vught gequoteerd Litt. G nummer 2; den hof voor de deruren van de n Hoev bij voornoemde huizinge; de Visserij; den Loonacker; Duijfkesveld; het groesland bij voorschreven kasteel; een bouwhuis, hofstad, hof en aangelag; den Ouwen Acker; den Kievitsacker; den Grootacker; van Melt Moolengraaff aan den Dijk; den Bergacker; wei- en groesland; Den Ouwen acker gekomen van Seigneur Rause Cremers; den Kievitsacker genaamd in de Donkerbeemt; deHoutbusselen achter de Grooten acker gekomen van Jacob Catveld; Den Hooge en Leege Heesacker; het groesland bij het kerkhof gekomen van Melt Molengraaff; een omgewaterd huis genaamd de Muijserik met hof gekomen van de heer Carmans gequoteerd Litt. G; het hooiland over de Dies; land aan den Dijk genaamd den Donkerbeemt gekomen van mevrouw van den Berge; 1/3e part van de Bremweij gekomen van de heer Maas; de Busselen en slechte wei aan de Konijnsberg; het land aan de Konijnsberg van Pieter Jonkers; het land aan de Konijnsberg van M. Faessen; helft in land genaamd het Hagelkruijs; helft in land genaamd het Hagelkruijs; land genaamd de Donkerbeemt; land genaamd het land het Hagelkruijs; Nog bij transport alhier 1-7-1776 van de heer van Rijn den Acker aan den Dijk; nog bij transport alhier 3-8-1776 van Thomas van Boxtel, het land aan den Dijk; nog bij transport alhier 14-9-1776 van Gerardus Abbema, het Ackerland aan den Dijk; nog bij transport alhier 11-10-1776 van de weduwe Pieter van Beckum helft in teulland aan den Dijk gekomen van de heer Laurens Bensel;