Archieven

37 Johannes Baptist van den Heuvel, pastoor te Oploo; Petrus van den Heuvel, pastoor te Sambeek; Jan van den Heuvel, secretaris te Beugen en gehuwd met Anna van de Voort; Maria van den Heuvel weduwe van Lambertus Verstraaten, bijgestaan door haar aangehuwde zoon Jan Francis van den Heuvel; allen kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Cornelis van den Heuvel gaan over tot verdeling der nalatenschap van wijlen hun vader voornoemd. Alleen het derde lot wordt genoemd, bestaand uit: a. weiland onder Beugen; b. perceel land onder Beugen op het Boxmeers Veld; c. perceel land onder Beugen, genaamd de Lange Heggen; d. perceel bouwland onder Beugen, genaamd de Paerdskuil; samen getaxeerd op f 1.160,--. Verder hoort bij dit derde lot kapitaal van f 150,-- ten laste van Gerrit Wilbers te Mill, alsmede kapitaal van f 40,-- ten laste van Pouel van Sambeek te Mill. Dit derde lot is getrokken door Maria van den Heuvel weduwe van Lambertus Verstraaten voornoemd. Akte is op 30-08-1810 te Oploo geregistreerd.

38 Willemina Nielen weduwe en boedelhoudster van Peter Jordens, bijgestaan door A. Linders verklaart dat zij en wijlen haar man onroerende goederen bezitten St. Anthonis, Beugen, Oploo, Sambeek, Rijkevoort en Oeffelt, welke bestemd zijn voor de 2 kinderen uit haar huwelijk met wijlen Peter Jordens voornoemd, te weten Elisabeth Peters Verhof gehuwd met Jan Gerrits, alsmede Jacomina Peters Verhof gehuwd met Martinus Remmen. De voorwaarden en verdeling der nalatenschap is als volgt: A. de 2 kinderen Elisabeth en Jacomina voornoemd moeten jaarlijks ieder f 50,-- betalen aan Hermanus Nielen, broer van Willemina voornoemd, zolang hij leeft; B. Willemina Nielen behoudt het huis, genummerd 4, bij de kerk te St. Anthonis; C. het eerste lot wordt toebedeeld aan Martinus Remmen en zijn vrouw Jacomina voornoemd en bestaat uit: 1. weikamp onder Beugen, genaamd Den Hienderbos; 2. weikamp onder Beugen aan de Middelsteeg; 3. twee percelen bouwland onder Beugen, genaamd Op den Akker. D. het tweede lot wordt toebedeeld aan Jan Gerrits en zijn vrouw Elisabeth voornoemd en bestaat uit: bouwhof onder Rijkevoort, bestaand uit huis met schuur, schop, bakhuis, moeshof, bouw- en weiland, welke thans in gebruik is bij Antoon Linders. Akte is geregistreerd op 09-10-1810 te St. Anthonis.

39 Voor de schepenbank van Beugen verschijnen Cornelis Thomassen en zijn vrouw Johanna Vos, welke verklaren f 500,-- schuldig te zijn aan de kinderen en erfgenamen van wijlen Susanna Maria van Bosveld weduwe van Cornelis Willem Heinsius, te weten: a. Daniël Heinsius gehuwd met Johanna Gijsberta Groen; b. Johan Willem Roesing gehuwd met Wilhelmina Helena Heinsius; c. David Snoek gehuwd met Louise Johanna Baptista Heinsius; d. Jacoba Maria Heinsius. Als onderpand worden gesteld hun onroerende goederen, met name: 1. Huis met hof en bouwland te Beugen op de Haard, destijds aangekomen van de erfgenamen van Peter Derks volgens akte dd. 13-03-1799, grenzend west en zuid aan Antoon Bosch en noord aan de gemene heide; alsmede perceel bouwland aldaar; 2. Huis met stalling, schuur met balken zolder, turfschop, bakoven, waterput, moeshof, boomgaard en groesland te Beugen en aangekocht dd. 17-02-1798 van de erfgenamen van Peter Derks Smits, grenzend oost aan het bos, west en zuid aan het vorige huis, noord aan de gemene heide; 3. Zeven percelen land en een perceel bos ook aldaar gelegen, alsmede een perceel op het Geveldsveld onder Oeffelt, aangekocht via akte dd. 17-02-1799. Op alle voornoemde goederen samen, rust nog schuld van f 1.800,-- ten behoeve van wijlen Susanna Maria van Bosveld voornoemd, volgens akte dd. 13-03-1799 te Beugen. De comparanten hebben de rente van deze schuld altijd keurig betaald.