Archieven

9 Voor het gemeentebestuur van Beugen verschijnen Anthoon Simons en zijn vrouw Maria Janssen, beiden uit Beugen, welke volmacht willen verlenen aan J. A. Gertner, solliciteur militair te Den Haag, om van commies Dulheesen alle penningen terug te eisen, die hij heeft ontvangen van solliciteur J. A. A. Zouman in Den Haag, betreffende het pensioen van luitenant Christian Thome. Penningen moeten voortaan door J. A. A. Zoutman worden overhandigd aan J. A. Gertner.

10 Willem Ebben en zijn vrouw Johanna Barten; Reinier Barten en zijn vrouw Hermina Graat, allen te Beugen en kinderen van wijlen Jan Barten en Maria Jacobs van de Weij ter eenre; Arnoldus Arts en zijn vrouw Maria Graat; Hermanus Nielen en zijn vrouw Gertruijdis Graat; Jan Graat en zijn vrouw Anthonetta Reijnen; Willem Graat en zijn vrouw Gertrudis Cuijpers; Huibert Graat en zijn vrouw Maria Geurts; Jacobus Heurkens en zijn vrouw Johanna Graat; Gerardus Ebben en Johannes van de Voordt als voogden over minderjarige Johannes Graat, zoon van wijlen Arnoldus Graat en Catharina Ebben, welke is hertrouwd met Willem Jansen; Geertrui Vogt weduwe van Arnoldus Graat, thans hertrouwd met Gerrit Euijen; allen kinderen en ab intestato erfgenamen van wijlen hun vader Arnoldus Graat en hun oom Willem Graat. Arnoldus Graat is een voorzoon van Maria Jacobs van de Weij uit haar eerste huwelijk met Aart Graat. Willem Graat is een zoon van voornoemde Aart Graat uit zijn eerste huwelijk met Maria Goduarts ter andere zijde. Er is onenigheid over erfenisverdeling sinds de dood van Jan Barten in 1793. Verwijzing naar een inventarisatie dd. 08-07-1793 opgesteld door partijen ter eenre, maar in maart 1794 door partijen ter andere zijde verworpen. Vernieuwde poging op 11 juli 1794 is niet geslaagd. Jan Barten heeft een testament laten maken op 09-11-1792, waarin hij zijn eigen kinderen heeft benoemd tot universele erfgenamen, want Arnoldus en Willem Graat hebben hun kindsdeel al ontvangen. Hoofdzaak van geschil is gelegen in de akte van huwelijkse voorwaarden dd. 09-11-1742 tussen Jan Barten en Maria Jacobs van de Weij, voorafgaand aan hun huwelijk op 24-11-1742 te Beugen, waarbij aan de kinderen Arnoldus en Willem Graat een kindsdeel is toebedeeld en verder een gelijke verdeling met de eventuele kinderen uit het tweede huwelijk, alsof allen gesproten zijn uit één bed.

11 Verslag van een vergadering, uitgeschreven door de ambtman van Grave en het Land van Cuijk, gehouden te Haps op 12-06-1801 op verzoek van de politie, omtrent de staat van dijken, wegen en wateren. Aanwezig zijn: B. van de Wiegelaar uit Escharen; P. Poos uit Gassel; H. Jilesen en H. Barten uit Beers; L. Göcheling uit Linden; G. Geene, F. van Duijnhoven en A, de Groen uit Cuijk; D. Claassen uit St. Agatha; Peter Arts en F. Thoonen uit Haps; B. Jeurgens en P. Reijnen uit Wanroij; H. van den Broek en J. van Dommelen uit St. Hubert; W. Kempen en A. Verstraaten uit Mill; F. van de Middegaal uit Grave; H. Nielen en M. van de Voordt uit Beugen; J. Gerrits uit Rijkevoort; R. Claassen uit Ledeacker. Er worden enkele commissies gevormd maar de onderwerpen worden niet genoemd. De decreten worden daarna uitgevoerd en uiteindelijk door alle commissieleden ondertekend.

12 Voor het gemeentebestuur van Beugen verschijnt Petronella van de Poel, meerderjarig en bijgestaan door Martinus van de Voordt en Simon Simons, welke volmacht verleent aan haar broer Coenradus van de Poel te St. Anthonis, om samen met de andere erfgenamen de nalatenschap af te handelen van wijlen hun vader Willem van de Poel, overleden te Oploo.