Archieven

38 Voor Wijnand Droevendaal, schepen van Cuijk als plaatsvervanger van landscholtus Ludolph de Quay, verscheen Dirxke Janssen, laatst weduwe van Jan Sweerman naar aanleiding van 4 verzoeken, de eerste ingediend op 28-12-1699 en de verpandingen daarna op 01-02-1700 door Andries Aerts en Peter van Erp als momboiren van de minderjarige kinderen van Dirxken voornoemd en wijlen haar eerste man Jan van Alphen. Dirxke verkoopt nu aan haar minderjarige kinderen, genaamd Maria, Gertuijd, Peter en Johanna Janssen haar huis, hof en bouwland te Cuijk aan de molen, grenzend in het oosten aan het erf van Jan Robbers, in het zuiden aan de gemene straat, in het noorden aan de Middelweg en in het westen aan het erf van Geurt Theonville. Dirxke is erfgename voor het zesde part van de goederen van wijlen Catharina Thonis Jacobs ten bedrage van f 850,-- met erfrecht aan haar kinderen, volgens testament dd. 13-04-1670 opgemaakt voor Peter Haestrigt te ’s-Hertogenbosch. Dirxke wordt bijgestaan door Godefridus Graus en eist nu bewijs van dit erfelijk legaat, want zij heeft het voornoemde huis deels met dat toegezegde geld aangekocht, zodat de schuld aan haar kinderen met f 850,-- kan worden verminderd.