Archieven

12 P.Hengst rentmeester van Johan Baptist graeve tot den Berg, etc. etc. als gelaste van P.Hengst (volmacht gepasseerd op het slot Boxmeer d.d. 25 10 1751) die aan ons vertoonde obligatie door J.C. Copes van Hasselt momboir van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen en Jacoba Grothe e.l. gepasseerd op het slot Boxmeer d.d. 31 Oktober 1751. Comparant verzoekt de obligatie ten protocolle te registreren: “Wij Johan Baptist Graeve tot den Bergh Hohenzollern, Sigmaringen des H.H. Roomse Rijk, erfkamerheer, markies tot Bergen op Zoom, graaf tot Walhain, Boxmeer, etc. etc. verkondigen dat wij van J.C. Copes van Hasselt momboir van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen en Jacoba Grothe e.l. hebben ontvangen en dus aan hen schuldig zijn 4000 gulden Hollands. Ordonneren wij aan tijdelijke rentmeester van Boxmeer de jaarlijks intrest stipt te voldoen en machtigen wij de heren P.Loeff en A.van Kervel procureurs voor de Raad van Brabant om zich in de inhoud dezes bij genoemde Raad te laten condemneren en de parate executie te onderwerpen”.