Archieven

9 Ik ondergetekende landschrijver en griffier van het Land van Cuijk heb op verzoek van F. H. Engelen, landschrijver van de Heerlijkheid Boxmeer als gevolmachtigde van J.J. de Freneau, krijgsraad en landscommissaris van zijne koninklijke majesteit van Pruissen in het hertogdom Gelre gehuwd met Maria Cornelia Schott, heden 11 mei 1756, geregisteerd een extract uit de magescheid tussen de erfgenamen van Cornelia Judith Verheijen weduwe van Petrus Schott, ingegaan en beschreven op 16 april 1753. Het extract luidt: “Op ondergeschreven datum is tussen Anthonius Josephus van der Gheest, licentiaat in beide rechten, scholtus en dijkgraaf van de stad en Land van Ravenstein als vader en momboir van zijn drie dochters, Maria Henrica weduwe Borret, Maria Francisca gehuwd met van Dalem, Cornelia Catharina van der Gheest minderjarige ter eenre en Maria Cornelia Schott, enige dochter van wijlen Johan Arnold Schott en Cornelia Maria de Raat ter andere zijde een scheiding en deling van goederen ingegaan en voltrokken. Aan te komen na de dood van Cornelia Judith Verheijen weduwe van Petrus Schott. Het betreft een hofstede genaamd Beveland, hooiland genaamd Staaijecamp op den uiterdijk te Neerloon, hooiland genaamd den Kleinen Grondeling te Velp, hooiland genaamd de Negen Morgen onder Neerloon, hooilnad in de Hooge Wiet onder Grave, hooiland in de Mars te Grave, weiland genaamd de Lange Vooren te Huisseling, een erfpacht te Rijkevoort uit land genaamd den Toogh, een huisje en enig bouwland onder Velp, hooiland in de Wiet beneden den Kalverkamp. Een kamp op de Kuijlen onder Keent, een huis te Grave.

10 Ruth Willems en Hendrina Deckers echtelieden verklaren schuldig te zijn Ansem Jan Thielen en Maria Willems echtelieden vierhonderd gulden en beloven van genoemde som jaarlijks een rente te betalen van drie gulden, 12 stuivers en 8 penningen per honderd, waarvan de eerste jaarrente betaalbaar is op 15 juni 1757 en zo jaarlijks verder tot de volle aflossingen, mits men drie maanden voor de verschijndag elkaar waarschuwt en behoorlijk omschrijft. Het kapitaal van vierhonderd gulden is betaalbaar in acht termijnen van vijftig gulden, mits men drie maanden voor de verschijndag elkaar waarschuwt en behoorlijk omschrijft. Als onderpand wordt gegeven zeven en een halve hond hooiland, genaamd de Grote Acker onder Neerloon, grenzend enerzijds Jan van den Acker en anderzijds de Costerijen Acker. In de marge vermeld: Ansem Jan Thielen en Maria Willems echtelieden verklaarden dat Jan van Stippent en Hendrina Dekkers echtelieden aan hen hebben gerestitueerd een bedrag van tweehonderd gulden met rente, zijnde de helft van het kapitaal van vierhonderd gulden, hiernaast vermeld. Verzoeken daarom hetzelfde hiernaast genoemde kapitaal met tweehonderd gulden wordt verminderd, hetgeen bij deze geschied. En de genoemde comparanten verklaren, dat de helft van onder Neerloon gelegen zeven en een halve hond uiterwaard, de Grote Acker genaamd, door de voornoemde Jan van Stippent en Hendrina Dekkers op 08 mei 1761 aan Gillis van den Boogaard en Jacomina Peerboom verkocht is en heden aan dezelfde getransporteerd, zoals hierna op folio 18 te zien is, van het verband, zoals hiernaast vermeld staat, te ontslaan en vrij te laten, terwijl zij comparanten voor de resterende helft van het kapitaal met rente hun recht reserveren op de wederhelft van de zeven en een halve hond hooiland, hiernaast vermeld en verdere goederen.

11 Arien Willems en Hendrina Peeters echtelieden verklaren schuldig te zijn aan Ansem Jan Thielen en Maria Willems echtelieden duizend gulden en beloven over de genoemde som jaarlijks een rente te betalen van drie gulden en tien stuivers per honderd, waarvan de eerste jaarrente betaalbaar is op 15 juni 1757 en zo jaarlijks verder tot de volle aflossingen, mits men drie maanden voor de verschijndag elkaar waarschuwt en behoorlijk omschrijft. Als onderpand wordt gegeven een huis, bakhuis en hof met ongeveer vijf en een halve hond land onder Neerloon, grenzend enerzijds Dirk van Loon en anderzijds Hendrik van Dinter. Verder zeven en een halve hond bouwland, genaamd de Regenacker onder Herpen. In de marge vermeld: Maria Willems weduwe van Ansem Jan Thielen verklaart dat het kapitaal van duizend gulden, zoals hiernaast vermeld door Adrien Willems en Hendriena van Esdonk echtelieden aan haar voldaan is.

12 Fredrik Huijbert Engelen, landschrijver van de Heerlijkheid Boxmeer in hoedanigheid als gevolmachtigde van arts A. Visschers en Hendrina van Langel echtelieden, hetgeen blijkt uit de akte, gepasseerd voor de notaris Engelbert Hutteman en getuigen te Kleef d.d. 09.07.1755 heeft verkocht aan Gillis van den Bogaerd en Jacomina Peerbooms echtelieden twee stukjes bouwland onder Neerloon, het ene genaamd de Haag en het ander het Bogaardje, samen ongeveer anderhalve hollandse mergen groot, lopende de Wetering tussenbeide. Verder met een zijde aan het erf van Willem van Mil, anderzijds aan het erf van Reijnier Vermeulen, verder aan de gemene straat met de heggen en pootsel als vanouds.